Inbreng bij verlenging ganzen­aanpak


2 maart 2019

Terwijl er zelfs nog een bezwaarschrift van Vogelbescherming Nederland ter afhandeling ligt tegen het door Gedeputeerde Staten goedgekeurde Faunabeheerplan Winterganzen 2018- 2020, dat gerede kans maakt gegrond verklaard te worden, wil GS ons vandaag een besluit voorleggen om de looptijd van de Friese Ganzenaanpak nog eens vier jaar door te schuiven, naar 2023. Dat is bijna tot aan het einde van de volgende Coalitieperiode. Dit is de laatste vergadering van deze Staten en van dit College. Over het graf heen regeren heeft hier wel extreme vormen aangenomen, voorzitter.

Graag hoor ik van de gedeputeerde waarom dit er nu nog even doorheen gedrukt moet worden.

Voor de Partij voor de Dieren is dit onacceptabel, zoals ook de aanpak zelf voor ons al onacceptabel was.

Wij steunen in elk geval het amendement van de PvdA, waarmee een evaluatie nog eind 2020 plaats vindt. Want jaren doorschieten zonder te evalueren… het is diep triest en pijnlijk dat ik u er op moet wijzen hoe wreed en onverantwoord dat is jegens de ganzen, omdat hele ganzenfamilies uit elkaar geschoten worden. Ganzen, die hun eenmaal uitgekozen partner hun hele leven trouw blijven!

Voor de jagers en de boeren blijkt het doorschuiven ook onacceptabel, maar dan om geheel andere redenen. Er zijn boeren die hun verdienmodel kwijtgeraakt zijn. Er kwamen meer dan 130 bezwaarschriften en men loopt te hoop tegen de bonus-malusregeling die nog niet eens gehanteerd hoefde te worden. Helaas, ik kan het niet anders zien: het draait dus eigenlijk om geld.

Het college wil de ganzenafschot-aanpak, want dat is het, met nog eens vier jaar doorzetten onder het mom van verjagen met ondersteunend afschot. Een dergelijke aanpak gaat lijnrecht in tegen de Europese Vogelrichtlijn. Neem alleen al de winterperiode van 1 november tot 1 maart. In de winterperiode houden de ganzen de graslanden mooi kort. Dat wil een boer altijd graag: met kort gras het voorjaar in. Anders zou hij het met schapen moeten doen. De schade ontstaat pas bij de nieuwe grasgroei rondom 1 maart.

In de winter is er dus geen enkele reden om onder de noemer ‘schade” ganzen te bejagen, laat staan er populatiereductie op los te laten. Sterker, juist doordat ze extra bejaagd worden en daar energie door verliezen moeten ze wel extra eten om in het voorjaar de reis naar hun broedgebieden verderop te kunnen maken. Veel aangeschoten ganzen kunnen dat niet eens meer en blijven noodgedwongen hier. Nog meer eters dus door al dat geschiet. Contraproductieve acties dus waar intussen mooi geld mee te verdienen valt.

En nu eindelijk, na 10 jaar het besef is doorgedrongen dat als je al schiet dit bij voorkeur vanaf maart moet gebeuren en juist niet in november en december, is dat misschien ook wel de reden waarom de schade opeens met 24% is gereduceerd. Maar goed, we zullen het gaan vernemen, maar niet pas in 2023.

Vorig jaar tijdens de behandeling van de ganzenafschotaanpak, op 24 januari heb ik aangekondigd dat ik er wel getuige van wilde zijn dat jagers op exact een half uur voor zonsopgang een kleine rietgans van een jonge kolgans kunnen onderscheiden. Ganzenkenners bestrijden dat namelijk ten stelligste. Ik heb me direct de volgende dag, op 25 januari gemeld bij de FBE. Op 8 februari kreeg ik een akkoord. Ook de verslaggever van het Friesch Dagblad wilde daar wel getuige van zijn. Ook dat werd toegestaan. Helaas, pas op 28 februari, na meerdere telefoontjes van mijn kant en dus maar weer eens een email, kreeg ik bericht: “helaas, de kleine rietgans was er niet meer. Aanstaande november of december maar weer. Op 4 december 2018 mailde ik opnieuw, waarop ik op 10 december bericht kreeg dat er begin november nog wel, maar nu geen kleine rietganzen in zijn jachtgebied aanwezig waren. Ik ontving nog andere interessante informatie. Dus de moeite om me ter wille te zijn was er wel. Maar ik moest het tot aan het najaar 2019 eerst maar doen met de volgende woorden en ik citeer: “ Ikzelf kan heel goed een kleine rietgans van een jonge kolgans onderscheiden. Met mij kunnen dat eveneens de meeste jagers wel. Mocht er dan toch twijfel ontstaan dan zal er dan ook niet geschoten worden. Laat onverlet dat het mogelijk is dat er onbedoeld per ongeluk wel eens een kleine rietgans geschoten wordt. Echter dit zal de soort als zodanig niet in haar voortbestaan bedreigen. Voor wat betreft de jager welke moedwillig kleine rietganzen schiet kan ik duidelijk zijn. Indien dit geconstateerd wordt door de handhavers dan lijkt het mij dat er direct verbaliseert moeten worden en zal de jachtakte terstond moeten worden ingenomen”. Einde citaat van de ontvangen email.

Vooralsnog houd ik er aan vast dat ganzen op dat tijdstip, een half uur voor zonsopgang vooral slechts silhouetten zijn. En dat zag ik, zo constateerde ik, ook bevestigd door het bezwaarschrift van de Vogelbescherming. Wordt vervolgd.

Interessant voor jou

Inbreng bij Voorbereidingsbesluit Geitenhouderij Fryslân

Lees verder

Inbreng bij burgerparticipatie in Windpark Fryslân

Lees verder