Vragen over garna­len­puls­vis­serij


Indiendatum: aug. 2015

Onlangs werd het onderzoeksproject Waddensleutels afgesloten. In het kader hiervan stelde Han Olff, hoogleraar ecologie en natuurbeheer aan de Rijksuniversiteit Groningen, dat het ecosysteem in de Waddenzee door overbevissing grondig is verstoord. Hij zou het liefst zien dat de Waddenzee een volledig beschermd zeereservaat wordt, zonder beroepsvisserij. Juist het vissen op garnalen zou een negatieve impact hebben op de ecologie in de Wadden, door het overhoop halen van de bodem en de grote hoeveelheid bijvangst.

In Wadden van allure, de gezamenlijke Waddenvisie van de provincies Fryslân, Groningen en Noord-Holland, stelt u dat de natuur, ingevolge de Planologische Kernbeslissing Derde Nota Waddenzee (2007), het uitgangspunt is. Daarin wordt ingezet op voorrang voor de natuur met beperkt menselijk medegebruik. De basis van deze visie is het programma “Naar een Rijke Waddenzee”, met vijf doelstellingen, waaronder een evenwichtig voedselweb en een grootschalige aanwezigheid van biobouwers, zoals mosselbanken en zeegrasvelden.

Mede gegeven de uitspraken van Han Olff is het zeer de vraag of de huidige maatregelen en voorgenomen maatregelen, zoals onder andere opgenomen in het garnalen convenant, afdoende zijn om het ecosysteem te herstellen. Daarom de volgende vragen.

  1. Niet alleen visserij, maar ook zandsuppleties, klimaatverandering en de bouw van de Afsluitdijk zijn verantwoordelijk voor de lage visstand in de Waddenzee. Die factoren zijn echter minder makkelijk te beïnvloeden. Bent u van mening dat, in het licht van deze nieuwe informatie, de ambitie van het garnalen convenant om voor 2020 te komen tot een halvering van de impact van de garnalenvisserij in de Waddenzee, voldoende is om de negatieve invloed van de garnalenvisserij op de ecologie in de Waddenzee een halt toe te roepen? Kunt u uw antwoord toelichten?
  2. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat deze nieuwe feiten een heroriëntatie op de ambities en afspraken van het garnalen convenant rechtvaardigt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u hiertoe ondernemen en welke resultaten hoopt u binnen welke termijn te boeken?
  3. Binnen Europese visserij subsidies kunnen lidstaten hun eigen accenten leggen, zoals het EFZMV waarover in het convenant gesproken wordt. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het, gezien de visstand in de Waddenzee, beter is in te zetten op het opkopen van visvergunningen van de vissers dan op kennis en innovatie binnen de visserij? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan en binnen welke termijn?
  4. Wat is uw oordeel over de mate waarin de sector zelf er tot op dit moment in is geslaagd een eigen controle- en arbitragesysteem op te zetten? Kunt u dit toelichten? Voor zover u de resultaten van de sector zelf onvoldoende zou vinden: welke maatregelen gaat u naar aanleiding hiervan nemen en binnen welke termijn?
  5. In hoeverre bent u tevreden over de uitvoering van het werkplan dat de garnalenvisserij zou opstellen en over andere afspraken, zoals de invoering van het BlackBox systeem, het maken van afspraken over een tijdelijke stillegging van de visserij in verband met de kraamkamerfunctie van de Waddenzee in het voorjaar en het jaarrond sluiten van bepaalde gebieden in de Waddenzee? Kunt u dit per onderdeel toelichten met daarbij in ieder geval de reeds behaalde resultaten?
  6. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat een uitkoopregeling van de garnalenvissers op het Wad en de Noordzee met behulp van geld uit het Waddenfonds een goede oplossing zou zijn voor het behoud van de bijzondere natuur in de Waddenzee? Kunt u dit toelichten? Welke juridische (on)mogelijkhedenziet u hierbij?
  7. Hoe vordert de ambitie uit het garnalen convenant om het aantal GK-vergunningen met 20-30% te verminderen? Kunt u dit toelichten en daarbij ook aangeven wat de (te verwachten) effecten daarvan zijn op de totale visvangst?
  8. In het onderzoek “Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee” wordt geconcludeerd dat de ecologische en biologische gevolgen van de garnalenpuls voorlopig niet eenduidig benoembaar zijnen wordt een aantal aanbevelingen gedaan. Juist pulsvisserij zou kunnen leiden tot onder andere overbevissing van garnalen en tot verwonding van de overige zeedieren. Daarbij wordt zelfs de mogelijkheid van gebroken ruggenwervels van deze dieren genoemd. Acht u verdere introductie van de pulsmethode, gegeven deze conclusie, verantwoord? Graag een toelichting daarbij.
  9. Erkent u, zoals gesteld in bovenvermeld onderzoek, dat eventuele verdere introductie van de pulsmethode verplichtingen schept voor beleidsmakers en wetgevers, zoals een quoteringsregeling? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan en welke acties zullen op wat voor een termijn door uw college worden ondernomen?
  10. De Nederlandse overheid streeft naar meer pulsontheffingen, hetgeen volgens dit onderzoek zou moeten geschieden met begeleiding door wetenschappelijk onderzoek om de bestaande kennisleemtes in sneller tempo op te vullen.Zo zou onder andere een alternatief bedacht moeten worden voor de klossenpees (blz. 29, Toekomst pulsvisserij). Bent u bereid zich hiervoor in te zetten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kunnen wij een voorstel van u in deze richting verwachten?
  11. Een van de adviezen uit dit onderzoek luidt:Kom als opdrachtgever van het EVF project Uitvoeringsprogramma Brede Visie duurzame visserij in de Waddenzee (waar GS via het Regiecollege Waddengebied (RCW) direct deel van uitmaakt)tot een gedeelde visie op de vraag: Wat is de (potentiële) bijdrage van de garnalenpuls om te komen tot een gezonde garnalenvisserij en een rijke (Wadden)zee? (blz. 30).In hoeverre is dit advies opgepakt en kunt u dit toelichten?
  12. In 2017 wordt het garnalenconvenant geëvalueerd. Wat is uw rol hierbij en op welke wijze betrekt u de staten bij uw inbreng?

Partij voor de Dieren, mevrouw R. van der Zanden

26 augustus 2015

Het bijbehorende nieuwsbericht is hier te lezen.

Geachte mevrouw van der Zanden,

Uw schriftelijke vragen op grond van artikel 39 van het Reglement van Orde, binnengekomen op 27 augustus 2015, beantwoorden wij als volgt.

U geeft het volgende aan:

‘Onlangs werd het onderzoeksproject Waddensleutels afgesloten. In het kader hiervan stelde Han 0lff, hoogleraar ecologie en natuurbeheer dat het ecosysteem in de Waddenzee door overbevissing grondig is verstoord. Hij zou het liefst zien dat de Waddenzee een volledig beschermd zeereservaat wordt, zonder beroepsvisserij. Juist het vissen op garnalen zou een negatieve impact hebben op de ecologie in de Wadden, door het overhoop halen van de

bodem en de grote hoeveelheid bijvangst.

In Wadden van allure, de gezamenlijke Waddenvisie van de provincies Fryslan, Groningen en Noord-Holland, stelt u dat de natuur, ingevolge de Planologische Kernbeslissing Derde Nota Waddenzee (2007) het uitgangspunt is. Daarin wordt ingezet op voorrang voor de natuur met beperkt menselijk medegebruik. De basis van deze visie is het programma “Naar een Rijke Waddenzee”, met vijf doelstellingen, waaronder een evenwichtig voedselweb en een grootschalige aanwezigheid van biobouwers, zoals mosselbanken en zeegrasvelden. Mede gegeven de uitspraken van Han 01ff is het zeer de vraag of de huidige maatregelen en

voorgenomen maatregelen, zoals onder andere opgenomen in het garnalenconvenant, afdoende zijn om het ecosysteem te herstellen. Daarom de volgende vragen.

Vraag 1

Niet alleen visserij, maar ook zandsuppleties, klimaatverandering en de bouw van de Afsluitdijk zijn verantwoordelijk voor de lage visstand in de Waddenzee. Die factoren zijn echter minder makkelijk te beïnvloeden. Bent u van mening dat, in het licht van deze nieuwe informatie, de ambitie van het garnalen convenant om voor 2020 te komen tot een halvering van de impact van de garnalen visserij in de Waddenzee voldoende is om de negatieve invloed van de garnalenvisserij op de ecologie in de Waddenzee een halt toe te roepen?

Antwoord vraag 1:

Ja.

Het Convenant transitie garnalenvisserij Waddenzee is afgelopen najaar tot stand gekomen als gezamenlijk pakket afspraken tussen de visserijsector, de Coalitie Wadden Natuurlijk en de rijks- en provinciale overheden. Krachtens het Convenant streven partijen naar een zo natuurlijk mogelijke ontwikkeling van de Waddenzee en een duurzame garnalenvisserij. De Staten zijn hierover geïnformeerd bij brief van 31 oktober 2014, met registratienummer 01163309.

Vraag 2

Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat deze nieuwe feiten een heroriëntatie op de ambities en afspraken van het Garnalen convenant rechtvaardigt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke stappen gaat u hiertoe ondernemen en welke resultaten hoop u binnen welke termijn te boeken.

Antwoord vraag 2:

Nee.

Wij willen eerst de uitvoering van de convenantsafspraken een kans geven, en zullen vanuit onze kant geen aanpassingen van de ambities voorstellen. In 2017 vindt een evaluatie plaats waarin de nieuwe informatie (onderzoeksresultaten) worden meegenomen. Het is aan de convenantspartijen in gezamenlijkheid hierover te besluiten, zoals ook over de ambitie.

Vraag 3

Binnen Europese visserij subsidies kunnen lidstaten hun eigen accenten leggen, zoals het EFZMV waarover in het convenant gesproken wordt. Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat het, gezien de visstand in de Waddenzee, beter is in te zetten op het opkopen van visvergunningen van de vissers dan in te zetten op kennis en innovatie binnen de visserij? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan en binnen welke termijn?

Antwoord vraag 3

Nee.

Overeenkomstig het Convenant delen wij de opvatting waarbij wordt uitgegaan van een meersporenbeleid ten aanzien van een beheerste visserij, namelijk naast beperking van visserijdruk (incl. reductie vlootomvang) en sluiting van gebieden, het bevorderen van technische en beheermaatregelen (innovatie en verduurzaming van de sector). De provincie heeft overigens geen taak of verantwoordelijkheden ten aanzien van Europese Visserijsubsidies zoals het Europees Fonds voor maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) en de afweging van prioriteiten hierbinnen. Dit is een verantwoordelijkheid van het Ministerie van Economische Zaken.

Vraag 4

Wat is uw oordeel over de mate waarin de sector zelf er tot op dit moment in is geslaagd een eigen controle- en arbitragesysteem op te zetten? Kunt u dit toelichten? Voor zover u de resultaten van de sector zelf onvoldoende zou vinden: welke maatregelen gaat u naar aanleiding hiervan nemen en binnen welke termijn?

Antwoord vraag 4

Het controle- en arbitragesysteem is een van de maatregelen uit het convenant voor de garnalenvisserij. De aanwezigheid van de BlackBox aan boord van de garnalenschepen is een belangrijke technische voorwaarde voor het kunnen ontwikkelen van een controle- en hand havingssysteem. De sector werkt op dit moment aan de opzet van dit systeem.

Vraag 5

In hoeverre bent u tevreden over de uitvoering van het werkplan dat de garnalen visserij zou opstellen en over andere afspraken, zoals de invoering van het BlackBox systeem, het maken van afspraken over een tijdelijke stillegging van de visserij in verband met de kraamkamerfunctie van de Waddenzee in het voorjaar en het jaarrond sluiten van bepaalde gebieden in de Waddenzee? Kunt u dit per onderdeel toelichten met daarbij in ieder geval de reeds behaalde resultaten?

Antwoord vraag 5

Van het meerjarig uitvoeringsprogramma is nu het eerste jaar in uitvoering. Het is dan ook niet mogelijk nu al behaalde resultaten toe te lichten.

Vraag 6

Bent u het met de Partij voor de Dieren eens dat een uitkoopregeling van de garnalen vissers op het Wad en de Noordzee, met behulp van geld uit het Waddenfonds een goede oplossing zou zijn voor het behoud van de bijzondere natuur in de Waddenzee? Kunt u dit toelichten? Welke juridische (on)mogelijkheden ziet u hierbij?

Antwoord vraag 6

Nee, vooralsnog wordt het convenant uitgevoerd.

Vraag 7

Hoe vordert de ambitie uit het garnalen convenant om het aantal GK-vergunningen met 20-30% te verminderen? Kunt u dit toelichten en daarbij ook aangeven wat de (te verwachten) effecten daarvan zijn op de totale visvangst?

Antwoord vraag 7

Bij de financiering van deze maatregelen spelen staatssteunvragen een rol. Zodra de staatssteunvragen zijn beantwoord kan er een start met de uitvoering van de maatregel worden gemaakt.

Vraag 8

In het onderzoek “Toekomst van de pulsvisserij in de Waddenzee” wordt geconcludeerd dat de ecologische en biologische gevolgen van de garnalenpuls voorlopig niet eenduidig benoembaar zijn en wordt een aantal aanbevelingen gedaan. Juist pulsvisserij zou kunnen leiden tot onder andere overbevissing van garnalen en tot verwonding van de overige zeedieren’. Daarbij wordt zelfs de mogelijkheid van gebroken ruggenwervels van deze dieren genoemd. Acht u verdere introductie van de pulsmethode, gegeven deze conclusie, verantwoord? Graag een toelichting daarbij?

Antwoord vraag 8

In 2017 vindt een evaluatie plaats waarin de nieuwe informatie (onderzoeksresultaten) wordt meegenomen. Het is aan de convenantspartijen in gezamenlijkheid hierover te besluiten.

Vraag 9

Erkent u, zoals gesteld in boven vermeld onderzoek dat eventuele verdere introductie van de pulsmethode verplichtingen schept voor beleidsmakers en wetgevers, zoals een quoteringsregeling? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke consequenties verbindt u hieraan en welke acties zullen op wat voor een termijn door uw college worden ondernomen?

Antwoord vraag 9

Een verdere introductie van deze nieuwe activiteit zal getoetst en beoordeeld moeten worden aan de Natura 2000 doelstellingen. Deze toetsing/beoordeling achten wij vooralsnog afdoende om de natuurwaarden van de Waddenzee adequaat te beschermen. Het ministerie van Economische Zaken is hiervoor het bevoegde gezag.

Vraag 10

De Nederlandse overheid streeft naar meer pulsontheffingen, hetgeen volgens dit onderzoek zou moeten geschieden met begeleiding met wetenschappelijk onderzoek om de bestaande kennisleemtes in sneller tempo op te vullen. Zo zou onder andere een alternatief bedacht moeten worden voor de klossenpees (blz. 29, Toekomst pulsvisserij). Bent u bereid zich hiervoor in te zetten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wanneer kunnen wij een voorstel van u in deze richting verwachten?

Antwoord vraag 10

Nee.

De provincie heeft hierin geen taak, die verantwoordelijkheid ligt bij het Ministerie van Economische Zaken.

Vraag 11

Eén van de adviezen uit dit onderzoek luidt: Kom als opdrachtgever van het EVF project Uitvoeringsprogramma Brede Visie duurzame visserij in de Waddenzee (waar dit college via het Regiecollege Waddengebied (RCW) direct deel van uitmaakt) tot een gedeelde visie op de vraag: Wat is de (potentiële) bijdrage van de garnalenpuls om te komen tot een gezonde garnalenvisser(/ en een rijke (Wadden)zee? (blz. 30). In hoeverre is dit advies opgepakt en kunt u dit toelichten?

Antwoord vraag 11

In deze vraag wordt door u geciteerd uit de rapportage in het kader van het EVF-project ‘Uitvoeringsprogramma Brede visie duurzame waddenvisserij’. Dit project is in opdracht van verschillende visserijorganisaties (waaronder VisNed en de Nederlandse Vissersbond) en de Waddenvereniging uitgevoerd. In tegenstelling tot hetgeen u veronderstelt is het RCW (Regiecollege Waddengebied) hier niet in betrokken. Het EVF-project vormt op onderdelen een nadere verkenning door de sector van aanbevelingen uit het eerdere rapport ‘Brede visie op duurzame waddenvisserij’ dat onder de vlag van het RCW tot stand is gekomen. Op basis

van de bevindingen in het EVF-rapport hebben de opdrachtgevers laten weten verder onder zoek met betrekking tot pulsvisserij in de garnalenvisserij voor te staan.

Vraag 12

In 2017 wordt het garnalenconvenant geëvalueerd. Wat is uw rol hierbij en op welke wijze betrekt u de staten bij uw inbreng?

Antwoord vraag 12

De waddenprovincies zijn convenantpartner en zullen vanuit die rol invulling geven aan de afspraken in het Convenant en betrokken zijn bij de tussentijdse evaluatie. Hiervoor zal te zijner tijd een plan van aanpak opgesteld worden waarin ook de betrokkenheid van PS aan de orde zal komen.

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

J.A. Jorritsma, voorzitter

A.J. van den Berg, secretaris

Interessant voor jou

Vragen over zoutwinning onder de Waddenzee bij Harlingen

Lees verder

Vragen over kattenjacht

Lees verder