Bijdrage Debat Economie
Dank u wel voorzitter.
In de Beleidsbrief Economie komen wij vreemd genoeg pas onder hoofdstuk 5 de uitgangspunten tegen die het college een belangrijke rol wil laten spelen in de uitvoeringsprogramma’s.
Een daarvan is duurzaamheid. En wij zijn zeer ingenomen met de definitie die het college daarbij hanteert voor een toekomstbestendige economie.
Volgens de brief is dat “een economie die in harmonie is met natuur en omgeving. Wij hanteren duurzaamheid daarom als uitgangspunt en als belangrijk criterium. We stimuleren zaken die zich rechtstreeks daarop richten en houden er rekening mee in onze overige ondersteuningskeuzes”. Aldus het college.
Prachtig geformuleerd, maar in de rest van de brief vinden we er weinig van terug. Het college wil vooral het MKB in deze provincie versterken, maar de plannen zijn nogal vaag. Ons valt op dat er veel geld wordt gestoken in ondersteuning van de zuivelindustrie. Wij vinden dat in tegenspraak met de in de uitgangspunten van de brief genoemde definitie van een toekomstbestendige economie.
De basis van de zuivelindustrie, de melkveehouderij, is ook in Fryslân, het tegendeel van een economie die in harmonie is met de natuur en de omgeving. Het niet-duurzame karakter van deze sector is terug te vinden in de eindeloze raaigrasvelden, waarmee deze sector een belangrijk statement afgeeft: wij zijn een industrie en van de Friese weilanden hebben wij ons industrieterrein gemaakt.
Het Engelse raaigras heeft de voor deze provincie en haar cultuur zo belangrijke weidevogels nagenoeg weggejaagd.
Dat moest want raaigras geeft meer melk per koe. Maar het huidige aantal koeien in onze provincie is intussen allang niet meer te voeren met de grasopbrengst in deze provincie. En daarom wordt er krachtvoer en soja uit andere delen van Europa en de rest van de wereld aangevoerd.
Als er ergens in de wereld de natuurlijke kringloop in de veehouderij kapot is gemaakt, dan is het wel in Nederland en in deze provincie.
Het is in ieder geval niet duurzaam.
En zo draagt Fryslân ook bij aan grote problemen elders, zoals de ontbossing en klimaatverandering, die met name in ontwikkelingslanden grote gevolgen heeft.
Kan het college uitleggen dat ze enerzijds duurzaamheid als uitgangspunt en belangrijk criterium hanteren en anderzijds direct en indirect vele miljoenen steekt in juist die bedrijfstak?
Wij zijn er verder op tegen dat deze provincie miljoenen steekt in de verdere internationalisering van het Friese bedrijfsleven. De verwerkende industrie in de landbouw bijvoorbeeld kan dat uitstekend zelf en heeft daar zelf ook de middelen voor. En verder is het maar zeer de vraag of een middelgrote onderneming in deze provincie erg gelukkig zal worden van internationale avonturen.
Dit college wil 90 miljoen steken in co-financiering van projecten die bijdragen aan de transitie naar duurzame energie. Dit plan heeft in principe onze steun onder de voorwaarde dat de afzonderlijke projecten waarin de provincie denkt te participeren ter goedkeuring aan PS worden voorgelegd.
Wij willen kunnen toetsen of de projecten daadwerkelijk bijdragen aan de beoogde energietransitie. Gaat u ze voorleggen aan PS?
Wat wij missen in deze brief is een vergelijkbaar aanvalsplan voor een transitie van de gangbare veehouderij naar een duurzame, op kringlopen gebaseerde veehouderij. Wij zouden graag zien dat er een ruim gevuld fonds komt waar boeren die willen omschakelen naar biologische veehouderij gebruik van kunnen maken. Dit fonds moet ook toegankelijk zijn voor boeren die niet helemaal biologisch willen worden maar wel hun raaigras willen omzetten in bloem- en kruidenrijk gras.
Het is nadrukkelijk niet onze bedoeling dat de provincie dat nieuwe gras gaat betalen, maar ze zou wel garant kunnen staan voor een deel van de eventueel teruglopende inkomsten. Ik zeg, eventueel, omdat uit studies blijkt dat de financiele voordelen van zo’n omschakeling voor de boer doorgaans groter zijn dan de nadelen. Voor menig veehouder is het afscheid nemen van Engels raaigras psychologisch net een brug te ver.
Een financiele garantstelling zou net het zetje kunnen geven om over die brug te gaan. De voordelen van bovengenoemd plan blijven niet beperkt tot de portemonnee van de veehouder.
Met bloemrijke weides komen de weidevogels terug, houden we de bijen in stand en nemen de ganzenaantallen af. Een dergelijke radicale verandering van het landschap zal Fryslân aantrekkelijk maken en het toerisme een nieuwe impuls kunnen geven.
Mijn fractie begrijpt heel goed dat het raaigras niet van de ene op de andere dag zal verdwijnen, maar het zou toch mooi zijn als GS bijvoorbeeld in het kader van KH 2018 een grootschalige pilot zou opzetten van een paar honderd hectare kruidenrijk en bloemrijk gras. Hoe dat precies moet worden uitgewerkt laat ik graag over aan Kening fan de Greide en het Living Lab.
Waar het om gaat is dat dit college zegt: als we een duurzame veehouderij willen is dàt de richting die we uit moeten gaan. En daar hebben we ook geld voor over.
Wat ons opvalt is dat het college zegt geen vanzelfsprekende financier meer te willen zijn, maar tegelijkertijd ambities heeft om op diverse terreinen wèl bankier te willen spelen. Mijn fractie vindt dat de provincie uiterst terughoudend moet zijn met het steken van overheidsgeld in private ondernemingen. Al was het maar omdat dergelijke investeringen in de buurt van staatssteun komen. Wij zien niets in de plannen die het college heeft met de NOM.
Dankuwel.
Rinie van der Zanden,
fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Interessant voor jou
Bijdrage Afvaloven Harlingen (REC)
Lees verderBijdrage Vaarweg Drachten
Lees verder