Bijdrage duurzame ener­gie­beleid


28 september 2016

Dank u wel, voorzitter.

Wij zijn aangenaam verrast over de beleidsbrief. Wij zijn blij dat de provincie de fossiele energie de deur uit wil doen. Maar het tempo mag wat ons betreft nog wel omhoog. Het college stelt het einddoel in 2050, maar wij zouden het graag 20 jaar naar voren halen. Wij zijn het eens met Urgenda dat we moeten opschalen en opschieten en in 2030 al energieneutraal kunnen zijn.

Wij zijn als provincie minder dan een speldenknop in de wereld, maar wij leveren met onze veehouderij een meer dan forse bijdrage aan de klimaatverandering. En het is precies dat punt dat wij missen in deze beleidsbrief. Het college is daarbij in goed gezelschap, want toen in Parijs de politieke wereldtop het klimaatprobleem besprak werd zorgvuldig gezwegen over de rol die de productie van dierlijke eiwitten daar in speelt. De bijdrage van de mondiale veehouderij aan de opwarming van de aarde bedraagt tussen de 15 en 20%. Wij vinden dat een te groot aandeel om er over te zwijgen. Dat nationaal en internationaal met een grote boog om deze hete brij wordt heen gedraaid, wil natuurlijk niet zeggen dat wij dat in Fryslân ook maar moeten doen, zeker niet als wij een voorloper willen zijn.

In deze provincie is de afgelopen jaren de melkproductie fors gestegen. En daarmee dus ook de bijdrage aan de opwarming van de aarde. Bij de productie van één kilo melk komt 1,2 kilo CO2 vrij en daarvan is dan weer een kwart het buitengewoon schadelijke methaan. Dus waar wij mee zitten is dat we aan de ene kant allerlei maatregelen bedenken om de CO2-uitstoot tegen te gaan en tegelijkertijd niks doen als die CO2 uit een andere bron intussen gewoon omhoog gaat.

Hoe kijkt de gedeputeerde hier tegenaan?

Ik sprak eerder over de productie van dierlijke eiwitten, maar die bestaat natuurlijk bij de gratie van de consumptie van dierlijke eiwitten. Dit is een niet onbelangrijk aspect als het gaat om het terugdringen van schadelijke stoffen. Het klimaatprobleem ligt namelijk ook op ons bord. Wanneer alle Nederlanders bijvoorbeeld één dag in de week geen vlees eten, zou dit evenveel besparen als een heel jaar lang 1.25 miljoen auto's van de weg halen. Steeds meer instanties zoals de Gezondheidsraad, maar ook de Verenigde Naties en het Wereld Natuur Fonds pleiten daarom voor een meer plantaardig voedingspatroon.

Wij snappen natuurlijk ook wel dat je zoiets niet dwingend kan opleggen. Maar als wij hier als Staten uitgebreid discussiëren over maatregelen om de schade aan het klimaat te beperken, zijn wij dan eigenlijk als individueel statenlid niet moreel verplicht om één keer in de week dat lapje vlees zelf dan over te slaan? Daar hoeven we geen moties voor in te dienen of amendementen voor te verzinnen. Dat kunnen wij allemaal zoals we hier zitten natuurlijk gewoon doen. Al was het maar vanwege de voorbeeldfunctie die wij hebben. Wij zouden dan ook graag zien dat het college eens onderzoekt wat de mogelijkheden zijn om in onze provincie de productie van plantaardige eiwitten te bevorderen. En hiertoe dienen wij een motie in samen met de SP

Voorzitter, wij hebben eerder dit jaar al gepleit voor inspanningen van de provincie om woningen van particulieren energieneutraal te krijgen. Gemiddeld kost dat per woning zo'n 35.000 euro. Dat hebben we van Urgenda kunnen horen tijdens de expertmeeting over duurzame energie. En dat is een bedrag dat niet iedereen op de plank heeft liggen. Dat bedrag heb je in 15 jaar weer terugverdiend. Het is voor een huiseigenaar niet eenvoudig om bij de bank zo'n bedrag te lenen voor energiebesparing. Wij zouden graag zien dat de provincie het energieneutraal maken van woningen op de rails helpt met leningen. Wij hebben hiervoor ook een financiële dekking. Er is 9 miljoen nog over in de muizenbank. Die was destijds bedoeld om agrarische ondernemers over een hobbeltje te helpen. Dat geld zou nu mooi gebruikt kunnen worden om het hobbeltje te nemen bij het energieneutraal maken van huizen. De aflossing is gegarandeerd, omdat die betaald kan worden uit de energiebesparing. Wij dienen de motie* in samen met de PVDA en D66. Mijn fractie is een warm voorstander van initiatieven van onderop en wij zullen daarom een motie over de dorpsmolens ondersteunen. Het is echt zonde om daar geen gebruik van te maken.

Verder dienen wij een amendement in: om de zinsnede die gaat over groen gas uit mestvergisters aan te passen. Dierlijke mest is een product dat ontstaat bij de verwerking van veevoer. Je zou denken dat het een bijproduct is, maar in de gangbare melkveehouderij zou je het wel kunnen beschouwen als een hoofdproduct. Bij elke kilo melk levert de koe namelijk drie tot vier kilo mest. Het dier kan niet anders.

Dierlijke mest kan met geen mogelijkheid groen genoemd worden, omdat bij de productie van veevoer naast dierlijke mest ook nog behoorlijke hoeveelheden kunstmest worden gebruikt. Kunstmest wordt gemaakt van aardgas. Fossiele energie dus. Een fors deel van het veevoer dat in Nederland wordt gebruikt komt uit het buitenland en zelfs van ver buiten Europa. In dat transport gaat veel fossiele energie zitten. Als in een vergister mest gebruikt wordt en deze mest is niet groen, dan kan het gas wat daarbij ontstaat per definitie ook niet groen genoemd worden. Wij stellen dus voor om het woord “groen” in de beleidsbrief te schrappen.

Uit de beleidsbrief blijkt dat het college veel verwacht van de monovergister als het gaat om de verwerking van mest. Het college zegt dat de covergisting onder druk staat. Dat is eufemistisch bestuurlijke praat voor “totale mislukking”. Wij zouden het college er voor willen waarschuwen al te enthousiast in het monovergistings-initiatief van Friesland Campina mee te gaan. De monovergister wordt aangeprezen als een belangrijk instrument om de uitstoot van CO2 door de melkveehouderij tegen te gaan. Maar de meeste broeikasgassen bij de koe komen niet uit de kont, maar uit de mond. Deze toch tamelijk essentiële informatie wordt buiten beschouwing gelaten.

Wij hebben gelukkig nog geen voorstellen gezien om die monovergisters financieel te steunen.

Of heb ik iets gemist? Graag een reactie.

Dank u wel.

* Wij hebben na het debat en de reactie van de betrokken Gedeputeerde besloten deze motie op een later moment in te dienen, wanneer de resultaten van een provinciaal onderzoek naar dit thema bekend zijn geworden.

Interessant voor jou

Bijdrage evaluatie grondbeleid & natuurdoelen 

Lees verder

Inbreng Evaluatie Ganzenaanpak

Lees verder