Inbreng bij motie leven met de wolf
Voorzitter,
Bescherming van landbouwdieren en de beschermde status van de wolf: in de praktijk zijn deze ogenschijnlijk tegengestelde belangen twee kanten van dezelfde medaille. Aangezien dit nog niet tot iedereen is doorgedrongen, zal ik beide kanten van de medaille toelichten.
Ik begin met kant 1: de bescherming van landbouwdieren. Zoals bekend hebben de Tweede en de Eerste Kamer in 2021 ingestemd met de wijziging van de Wet Dieren: dierenwelzijn in plaats van dierenleed in de vee-industrie. De inwerkingtreding van de vernieuwde Wet Dieren laat helaas nog even op zich wachten, maar ondertussen is er al veel gebeurd. Er is nu een zienswijze Dierwaardige veehouderij, waarin expliciet is opgenomen dat veehouders verantwoordelijk zijn voor de veiligheid van hun dieren. Nieuw is dit uiteraard niet: weilanden worden al jaren afgebakend met prikkel- of schrikdraad, dieren gaan ’s avonds op stal, getrainde honden beschermen kuddes.
Over kant 2 van de medaille, de beschermde status van de wolf, kan ik kort zijn: 1) de wolf is essentieel voor de inheemse biodiversiteit, 2) de wolf is daarom wettelijk beschermd en 3) wolven uit hun leefgebied verwijderen mag alleen als preventieve maatregelen niet werken.
Wat wolven in Fryslân aangaat: in de regio Drenthe-Fryslân is 1 roedel actief – dus niet 2 en zeker geen 4, zoals de BBB stelt in haar motie vreemd! Uit de laatste voortgangsrapportage van BIJ12 blijkt dat van de 9 schademeldingen er 7 zijn veroorzaakt door een wolf en 2 door een hond.[1] In Fryslân is veel te winnen met preventieve maatregelen[2]; De Partij voor de Dieren begrijpt dan ook niet waarom zo weinig houders van landbouwdieren maatregelen nemen. Dit ben je toch moreel verplicht?
Voorzitter, uiteraard begrijpt de Partij voor de Dieren heel goed alle emoties rond dit onderwerp: afgeslachte dieren zijn immers geen prettig gezicht. Niet voor niets zien wij daarom op televisie zelden of nooit opnames van wat er in slachthuizen gebeurt; beelden van afgeslachte dieren zijn namelijk voor iedereen schokkend.
Ook daarom hamert de Partij voor de Dieren steeds weer op preventie: uit ervaringen in het buitenland blijkt namelijk dat schade aan landbouwdieren niet zozeer samenhangt met het aantal wolven of het aantal landbouwdieren, maar vooral met de inzet en effectiviteit van preventieve maatregelen. In Zweden wordt bijvoorbeeld al 20 jaar een schrikdraadsysteem toegepast. Gevolg: het aantal wolvenaanvallen op schapen is enorm afgenomen en in wolvengebied grazen nu meer schapen dan ooit, zelfs ondanks de toegenomen wolvenpopulatie.[3] Wat ze in Zweden kunnen, kunnen wij toch ook?
Dit raakt ook de essentie van onze motie, mede ingediend door GrienLinks,de SP en D66. Met onze motie “co-existentie in belang van inheemse biodiversiteit”, vragen wij het College om mee te werken aan verdere kennisontwikkeling en houders van landbouwdieren te stimuleren om op grond van hun zorgplicht zo snel mogelijk met preventieve wolfwerende maatregelen aan de slag te gaan.
Voorzitter, ik rond af. Nu hoor ik de mensen denken: maar wat moeten die arme wolven dan eten? Op deze vraag heeft Partij voor de Dieren een even eenvoudig als effectief antwoord: stop met de jacht.
Dank u voorzitter, Ik wens iedereen bij deze alvast dierwaardige feestdagen!
[1] Gepubliceerd 27 september/periode 1 mei – 31 juli 2023: https://publicaties.bij12.nl/v...
[2] In Fryslân staan om slechts 1,8 procent van de schapenweiden goede wolfwerende rasters.
[3] Zie: https://www.bij12.nl/onderwerp/faunaschade/schade-voorkomen/wolven/
Interessant voor jou
Inbreng bij motie vreemd KRW van GrienLinks
Lees verderInbreng bij interpellatiedebat ‘brandbrief bezorgde ambtenaren’
Lees verder