Inbreng Ganzenbeleid
Dank u Voorzitter,
Voorkomen van schade door ganzen kost geld. Ten aanzien van preventie heeft BIJ12 het over een juiste mix van preventieve middelen. Het gaat dan onder andere om visuele middelen, zoals vlaggen, of vliegers die roofvogels nabootsen, laserapparaten of om teelttechnische middelen, zoals gebruik van kruidenrijke zaadmengsels of toevoeging van luzerne en rolklaver. En ja, dit kost geld.
Wie door Fryslân rijdt, ziet alleen dat deze middelen niet of nauwelijks worden ingezet. Ondanks het advies van BIJ12 om een mix van preventieve middelen in te zetten wordt er nauwelijks geld besteed aan genoemde preventieve middelen. Maar ja, zoals Gedeputeerde De Vries het verwoordde tijdens de commissievergadering van 6 maart: ‘Dat is vrijheid, zo noemen we dat. Als iemand raaigras wil, dan neemt hij raaigras. Als iemand een kruidenrijk mengsel wil, dan kan dat ook. De een doet dit wel en de ander doet dit niet.’
Vrijheid dus om schade te voorkomen of niet. Maar dan wel een vergoeding krijgen voor schade die te voorkomen was? Ja, dat kost geld. Ieder jaar weer. Ieder jaar steeds meer. Geld van de belastingbetaler. Geld uit het Natuurpact bedoeld voor natuur. Geld dat niet gaat naar een duurzame oplossing. Dat zou toch anders moeten.
Het vergoeden van schade door ganzen kost geld. Tijdens de commissievergadering van 6 maart zei Gedeputeerde De Vries ‘in algemene zin kunnen we zeggen het aantal ganzen gaat omhoog’ waarna de Gedeputeerde vervolgde met – ik citeer – ‘de grasprijs gaat omhoog en dat komt door de ganzen’.
Voorzitter, de grasprijs stijgt niet door de ganzen. Mensen bepalen de grasprijs. De grasprijs wordt namelijk berekend aan de hand van prijzen voor krachtvoer, oftewel soja, mais en graan dat uit alle werelddelen in grote schepen naar Nederland wordt vervoerd. De wereld voedt het vee in ons kleine kikkerlandje en daar hangt een prijskaartje aan. Een steeds duurder prijskaartje. In de periode 2018-2023 bedroeg de grasprijsstijging maar liefst 47%.
Verder sprak de Gedeputeerde in de commissievergadering over een stabiel aantal winterganzen. Dat het aantal winterganzen inmiddels stabiel is – en dus niet stijgt – blijkt uit de trendanalyses van SOVON. Wat de Gedeputeerde zei klopt dus. Wat niet klopt is dat meer kosten voor schadevergoeding komt door meer winterganzen. Hun aantal is immers al jaren stabiel.
Ligt het dan aan de zomerganzen? Hun aantal neemt weliswaar toe, maar de schade die zomerganzen veroorzaken is minder dan 5% van de totale jaarlijkse schade[1]. De almaar hoger worden bedragen voor vergoeding van schade komt dus ook niet door zomerganzen. We hebben te maken met stijgende grasprijzen – 48% in de periode 2018-2023 – zonder duurzame oplossing.
Ganzen komen van oudsher voor in Nederland. Halverwege de vorige eeuw was de gans zo goed als verdwenen, door ontginning van moerassen en jacht. Om de ganzen terug te krijgen werden er in de jaren zestig in onder andere Fryslân ganzen uitgezet. Eind jaren zeventig broedde vervolgens het eerste paar grauwe ganzen weer in de Oostvaardersplassen, een gebeurtenis die met gejuich werd onthaald. Daarna ging het snel. De landbouwsector intensiveerde, het aantal koeien groeide mee, en ganzen namen de uitnodiging van weilanden vol met het eiwitrijke raaigras graag aan. En nu spreken we eufemistisch over ‘ondersteunend afschot’? Terwijl het alleen in Fryslan gaat om 45.000 ganzen per jaar. Enig idee hoe hoog deze berg van dode dieren is?
En heeft het ganzenbeleid van de provincie gezorgd voor een duurzame oplossing?
Het antwoord is nee, wat het opleverde zijn heel veel dode dieren, steeds meer geld van de belastingbetaler voor schadevergoeding en in de verste verte geen zicht op een duurzame oplossing. De hoogste tijd dus om het anders aan te pakken. De PvdD denkt hierbij aan meer investeren in groene landbouw. Waarom? Onderzoek heeft aangetoond dat wanneer tot 30% van het raaigras wordt vervangen door kruiden- en bloemrijk gras, het voedselaanbod voor ganzen afneemt. De gezondheid van koeien verbetert, de melkgift blijft gelijk, en de weidevogelstand gaat flink omhoog. Minder voedsel betekent minder ganzen. Bij overvloed worden er veel jongen groot, bij minder aanbod wordt voortplanting afgeremd. De oplossing kan dus voor een groot deel van de boeren zelf komen door middel van een aanpassing van hun bedrijfsvoering. Mooie bijvangst is dat de provincie dan ook de middelen krijgt om het NatuurNetwerkNederland te voltooien, een wettelijke opgave.
Natuurlijk kost investeren in groene landbouw ook geld. Maar dat geld draagt dan wel bij aan een duurzame oplossing. Het voorstel van GS kost ook geld. Maar dat is helaas weggegooid geld, want over een paar jaar staan we hier weer. Dan is niets opgelost en moet er weer geld bij. Wie kiest voor weggooien van geld?
Voorzitter, ik rond af. Een effectief en diervriendelijk ganzenbeleid vereist een combi met een integrale aanpak op het gebied van klimaat, natuur, bodem en water. Binnen de kaders dus van het FPLG, het Fries Programma Landelijk Gebied. Een extensievere landbouw met andere soorten gras, uitbreiding van foerageergebieden en robuustere en onderling verbonden natuurgebieden zijn maatregelen die hout snijden. En voor de korte termijn is investeren in echt werkende preventieve maatregelen ter voorkoming van vraatschade de enige weg om tot effectieve en duurzame oplossingen te komen.
De Partij voor de Dieren kiest voor deze duurzame oplossingen en dient daartoe het amendement “Beheer zonder Geweer!” in. Middels dit amendement, dat mee ingediend wordt door de SP, stellen wij voor om de volgende beleidsuitgangspunten in de nieuwe paragraaf 8.2 ‘Aanpak ganzenschade’ van de Nota Faunabeleid Fryslân op te nemen, te weten: stoppen met het ondersteunend afschot, intensiveren van diervriendelijke, preventieve maatregelen en kiezen voor duurzame en groene oplossingen. De motie pilot monitoring kruidenrijk grasland van de SP dienen wij mee in.
Tot zover voorzitter.
[1] Jaarbericht Fryske Guozzenoanpak 2021-2022, p. 5.
Art 1 vogelrichtlijn
1. Deze richtlijn heeft betrekking op de instandhouding van alle natuurlijk in het wild levende vogelsoorten op het Europese grondgebied van de lidstaten waarop het Verdrag van toepassing is. Zij betreft de bescherming, het beheer en de regulering van deze soorten en stelt regels voor de exploitatie daarvan.
2. Deze richtlijn is van toepassing op vogels, hun eieren, hun nesten en hun leefgebieden.
Interessant voor jou
Bijdrage regenboogbeleid
Lees verderInbreng Initiatiefvoorstel Referenda
Lees verder