PS-verga­dering over cultuurnota, taal­beleid en het Wadden­fonds

De Provinciale Staten hebben woensdagavond met een kleine meerderheid van 24 stemmen voor en 19 tegen het nieuwe cultuurbeleid “Tosken yn in Nije Tiid” vastgesteld. De Kunst- en Cultuursector wordt daarmee volgens de Statenfractie van de PvdD onevenredig zwaar getroffen. De positieve bijdrage van deze sector aan de provinciale economie wordt breed erkend, maar in de cultuurnota onderschat. Naast maatschappelijke voordelen is de economische bijdrage van de culturele en creatieve sector aanzienlijk: jaarlijks draagt deze sector ongeveer 25 miljard euro bij aan het bruto binnenlands product, wat bijna 4% van het bruto binnenlands product is. Ter vergelijking: dit is vergelijkbaar met de bouwnijverheid (4,1%) en ruim twee keer zo veel als landbouw, bosbouw en visserij (1,6%). Verdere bezuinigingen zullen leiden tot ernstige verarming van de culturele sector. Wat verloren gaat, komt meestal niet meer terug.

Onze fractie mist een degelijke onderbouwing van de maatregelen in de nieuwe cultuurnota. Met de Motie ‘ontschotting budgetten Cultuur en Economie’’ beoogde de PvdD het College op te roepen om te onderzoeken welke economische en andere programma’s en subsidieregelingen kunnen bijdragen aan de financiering van culturele en creatieve projecten. Deze motie werd nipt verworpen (20 stemmen voor 23 stemmen tegen). Ook het vooruitzicht van komende financiële meevallers was voor de coalitie (BBB, CDA, FNP, CU) geen aanleiding de bezuinigingsplannen te herzien. Uiteindelijk zijn, naast de kunstinstellingen, en de musea, de inwoners van Fryslân de grote verliezers.

Ook het Friese taalbeleid krijgt te maken met bezuinigingen. Van de aangekondigde maatregelen valt ons vooral het voornemen op om te bezuinigen op de jaarlijkse subsidie aan Mercator, het Europeesk Kennissintrum foar meartaligens van de Fryske Akademy. Mercator werkt wereldwijd samen met andere organisaties en is belangrijk voor de toekomst van de Friese taal. Vaste steun voor Mercator is volgens onze fractie noodzakelijk, ook om in aanmerking te komen voor Europees geld. Helaas gingen ook daar de coalitiepartijen niet in mee.

Bij de bespreking van de begroting van het Waddenfonds hebben wij ervoor gepleit om met voorrang in te zetten op projecten met een meervoudige doelrealisatie. Of in andere woorden: bij economische projecten vanaf nu alleen in te zetten op projecten die ook de natuurwaarden van het gebied versterken en die insteek ook te bewaken. Met de toezegging van Gedeputeerde De Vries dat de criteria van het Waddenfonds, waarbij programma’s en projecten bij voorkeur uitgaan van meervoudige doelrealisatie, het uitgangspunt blijft, was de indiening van een motie daarover niet meer nodig.