Vragen over gebruik van water en roden­ti­ciden bij bestrijding muizen


Indiendatum: aug. 2015

Muizen worden wederom door akkerbouwers en veetelers als een probleem ervaren.

De Nederlandse Akkerbouw Vakbond pleit voor gebruik van de rodenticide magnesiumfosfide op graszaad-, graan-, peen- en aardappelpercelen in verband met de muizenpopulaties op sommige akkerbouwpercelen.

Magnesiumfosfide reageert met water en luchtvochtigheid tot het zeer giftige gas fosfine. Dit gas kan ook dodelijk zijn voor de mens. Niet dodelijke concentraties kunnen schade aan organen veroorzaken.

Daarnaast wordt op percelen grasland gebruik gemaakt van het oppompen van water, om de muizen zo te verdrinken.

Gegeven de risico’s voor het milieu en de voedselveiligheid heeft de Partij voor de Dieren hier de volgende vragen over.

1. Is er nagegaan of er mogelijkheden zijn om een muizenplaag in akkerland te voorkomen, vergelijkbaar met onderzoek dat hieromtrent is verricht door Alterra met betrekking tot graslanden?

2. Is er gekeken naar alternatieven voor deze ook voor de mens gevaarlijke giftige fosfine?

3. De bedoeling is om de fosfine in het open veld toe te passen. Daardoor kunnen er ook voor mensen gevaarlijke situaties ontstaan. Welke maatregelen gaat uw college nemen om schade aan het milieu en gevaren voor de voedselveiligheid te voorkomen?

4. Hoe wordt bij magnesiumfosfide in het open veld voorkomen dat delen van de stof achterblijven? Kunnen deze restanten gevaar opleveren voor het milieu of de volksgezondheid?

5. Verwacht u dat het gebruik van deze middelen een structurele bijdrage leveren aan de oplossing van het muizenprobleem? Zo ja, kunt u aangeven waarop u deze verwachting baseert?

6. Kunt u aangeven wat in het algemeen de gevolgen zijn van het gebruik van magnesiumfosfide voor natuur en milieu, en voor de predatoren, waaronder ook huisdieren?

7. Zijn er risico’s voor de voedselveiligheid bij het gebruik van de in de inleiding genoemde bestrijdingsmiddelen?

8. Het toepassen van de in de inleiding genoemde bestrijdingsmiddelen is verboden. Het ctgb wijst hierbij op “grote risico’s voor het milieu”. Kunt u aangeven welke risico’s dit precies zijn?

9. Veel boeren gebruiken het onder water zetten van hun landerijen als methode om de muizen via verdrinking om het leven te brengen. Door het onder water zetten van weilanden zullen onder andere mest en op het land achtergebleven resten van bestrijdingsmiddelen versneld uitspoelen naar het oppervlaktewater. Heeft het college inzicht in de mate waarin dit gebeurt en wat de gevolgen hiervan zijn voor de kwaliteit van het oppervlaktewater? Indien er geen onderzoek gedaan is naar de effecten van deze extra uitspoeling, is het college dan bereid alsnog een dergelijk onderzoek te laten uitvoeren? Zo niet, waarom niet?

10. Is deze inundatie toegestaan zonder vergunning of voorwaarde? Zo ja, acht u dat verantwoord, gegeven uw antwoord op de vorige vraag en uw verplichtingen op het gebied van schoon water? Zo nee, kunt u inzicht geven in de vergunningverlening?

Partij voor de Dieren, mevrouw R. van der Zanden

Het bijbehorende nieuwsbericht is hier te lezen.

Geachte mevrouw van der Zanden,

Uw schriftelijke vragen op grond van artikel 39 van het Reglement van Orde, binnengekomen op 10 augustus 2015, beantwoorden wij als volgt.

Vraag 1:

Is er nagegaan of er mogelijkheden zijn om een muizenplaag in akkerland te voorkomen, vergelijkbaar met onderzoek dat hieromtrent is verricht door Alterra met betrekking tot gras landen?

Antwoord vraag 1:

Gedoeld wordt op het onderzoek van Alterra in 2005 (Muizenplagen in Nederland: oorzaken en bestrijding”). Ja dit is betrokken bij het onderzoek naar de muizenplaag in Fryslân. Dit laatste onderzoek loopt nog maar geconcludeerd is dat er op dit moment geen bruikbare en effectieve bestrijdingsmogelijkheden beschikbaar zijn. Dit is gerapporteerd aan het ministerie van EZ

Vraag 2:

Is er gekeken naar alternatieven voor deze ook voor de mens gevaarlijke giftige fosfine?

Antwoord vraag 2:

Gedeputeerde Staten zijn bestuurlijk en juridisch niet bevoegd om de toelaatbaarheid van toepassen van fosfine als middel voor de bestrijding van muizenschade in akkerland te beoordelen. Dit is aan het ministerie van EZ op basis van advies van het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). De departementen wegen het advies van het Ctgb mee in de besluitvorming omtrent de vrijstelling.

Op 18 augustus 2015 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken (kenmerk 15115580) een besluit genomen tot tijdelijke vrijstelling op grond van artikel 38 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, voor het gebruik van het middel Luxan Mollentabletten (8717N) ter bescherming tegen muizenvraat van de onbedekte teelt van wintergraan, graszaad, aardappelen, koolgewassen, wortelen en de overige wortel- en knolgewassen.

Daarbij is geconstateerd dat preventieve maatregelen en niet-chemische maatregelen niet afdoende werken. Tijdelijk gebruik van het middel Luxon Mollentabletten wordt als enige mogelijkheid gezien om het muizenprobleem in akkerland te kunnen beheersen. Hierbij zijn strikte voorwaarden opgenomen inzake toepassing van het middel en te treffen maatregelen om risico’s voor mens en dier te voorkomen.

Vraag 3:

De bedoeling is om de fosfine in het open veld toe te passen. Daardoor kunnen er ook voor mensen gevaarlijke situaties ontstaan. Welke maatregelen gaat uw college nemen om schade aan het milieu en gevaren voor de voedselveiligheid te voorkomen?

Antwoord vraag 3:

Zie antwoord op vraag 2.

Vraag 4:

Hoe wordt bij magnesiumfosfide in het open veld voorkomen dat delen van de stof achterblijven? Kunnen deze restanten gevaar opleveren voor het milieu of de volksgezondheid?

Antwoord vraag 4:

Het is niet aan het college van Gedeputeerde Staten om hierover een oordeel te geven. Afgezien van het ontbreken van de juridische bevoegdheid hierin, ontbreekt het ons ook aan de hiervoor noodzakelijke expertise.

Vraag 5:

Verwacht u dat het gebruik van deze middelen een structurele bijdrage leveren aan de oplossing van het muizenprobleem? Zo ja, kunt u aangeven waarop u deze verwachting baseert?

Antwoord vraag 5:

Wij verwijzen hiervoor naar de toelichting bij het besluit van de Staatssecretaris. Het toestaan van het middel Luxan Mollentabletten wordt voor beperkte duur zinvol geacht. Verwacht wordt dat, indien muizenplagen in de toekomst in grasland kunnen worden beheerst, dit eveneens zal leiden tot beheersing van veldmuizen in akkerland.

Vraag 6:

Kunt u aangeven wat in het algemeen de gevolgen zijn van het gebruik van magnesiumfosfide voor natuur en milieu en voor de predatoren waaronder ook huisdieren?

Antwoord vraag 6:

Dat is niet aan het college van Gedeputeerde Staten om te beoordelen, maar aan het ministerie van EZ en het Ctbg. Na deze beoordeling heeft de Staatssecretaris haar besluit van 18 augustus 2015 genomen.

Vraag 7:

Zijn er risico’s voor de voedselveiligheid bij het gebruik van de in de inleiding genoemde bestrijdingsmiddelen?

Antwoord vraag 7:

Zie antwoord op vraag 6.

Vraag 8:

Het toepassen van de in de inleiding genoemde bestrijdingsmiddelen is verboden. Het Ctgb wijst hierbij op “grote risico’s voor het milieu”. Kunt u aangeven welke risico’s dit precies zijn?

Antwoord vraag 8:

Het Ctgb is de instantie die antwoord op deze vraag kan geven. Zie ook ons antwoord op vraag 4.

Vraag 9:

Veel boeren gebruiken het onder water zetten van hun landerijen als methode om de muizen via verdrinking om het leven te brengen. Door het onder water zetten van weilanden zullen onder andere mest en op het land achtergebleven resten van bestrijdingsmiddelen versneld uitspoelen naar het oppervlaktewater. Heeft het college inzicht in de mate waarin dit gebeurt en wat de gevolgen hiervan zijn voor de kwaliteit van het oppervlaktewater? Indien er geen

onderzoek gedaan is naar de effecten van deze extra uitspoeling, is het college dan bereid alsnog een dergelijk onderzoek te laten uitvoeren? Zo niet, waarom niet?

Antwoord vraag 9:

De verantwoordelijkheid voor de bewaking van de kwaliteit van het oppervlaktewater ligt bij het Wetterskip Fryslân. Gedeputeerde Staten zijn juridisch hierin niet bevoegd. Het Wetterskip Fryslân heeft een onderzoek geïnitieerd naar de mogelijke effecten van verhoogde nutriëntenuitspoeling naar het oppervlaktewater, gerelateerd aan schade aan graslanden door de hoge aantallen veldmuizen.

Vraag 10:

Is deze inundatie toegestaan zonder vergunning of voorwaarde? Zo ja, acht u dat verantwoord, gegeven uw antwoord op de vorige vraag en uw verplichtingen op het gebied van schoon water? Zo nee, kunt u inzicht geven in de vergunningverlening.

Antwoord vraag 10:

Bij inundatie is schriftelijke toestemming nodig van de omliggende grondeigenaren. Ook geldt er een meldingsplicht bij Wetterskip Fryslân. Het verdere toezicht en beheer op de waterkwaliteit is een taak van het Wetterskip Fryslân.

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten van Fryslân,

J.A. Jorritsma, voorzitter

A.J. Berg, secretaris

Interessant voor jou

Vragen over dierenleed bij recente vergassing ganzen

Lees verder

Vragen over zoutwinning onder de Waddenzee bij Harlingen

Lees verder