vragen over weide­vo­gel­com­pen­satie de Haak


Indiendatum: jun. 2017

Bij de aanleg van “De Haak” heeft compensatie voor weidevogels plaatsgevonden. Hierover hebben wij de volgende vragen.

Vanuit het Rijk heeft de provincie een bedrag van € 3,5 mln gekregen voor weidevogelcompensatie voor het project “De Haak”. Volgens Milieudefensie zijn aan dit bedrag bepaalde voorwaarden verbonden.

1. Heeft de provincie dit bedrag daadwerkelijk ontvangen?

2. Zijn hieraan inderdaad voorwaarden verbonden en zo ja, welke?

3. Wordt door de provincie aan deze voorwaarden voldaan? Graag per voorwaarde een toelichting over de wijze waarop hieraan wordt voldaan.

Compensatie zou plaatsvinden in gebieden met een laag aantal weidevogels, waar potentieel veel weidevogels een nieuwe habitat zouden kunnen krijgen. Onze fractie begrijpt dat er al veel weidevogels waren in de gebieden met particulier natuurbeheer.

4. Kunt u aangeven hoeveel weidevogels in de compensatiegebieden aanwezig waren voorafgaand aan de compensatie en hoeveel weidevogels daar nu aanwezig zijn?

5. wanneer had de compensatie gereed moeten zijn? Indien is afgeweken van deze datum, graag een toelichting.

6. Is het juist dat ook verstoorde gebieden mee worden gerekend bij de compensatiegebieden? Zo ja, waarom en op welke wijze?

7. Is het gebruikelijk nulmetingen te doen? Zo nee, waarom niet?

8. In hoeverre wordt in de compensatiegebieden kruidenrijk gras , een hoge waterstand en een late maaidatum nagestreefd?

9. Heeft de provincie verslag gedaan aan het ministerie van de invulling van de weidevogelcompensatie met nulmeting en effect van de weidevogelcompensatie? Zo ja, dan ontvangen we graag een exemplaar van de verslag(en). Zo nee, waarom is dit nog niet gebeurd? En op welke termijn gebeurt dit alsnog? Graag ook dan een exemplaar van het evaluatieverslag.

Het bijbehorende persbericht is hier na te lezen.

Uw schriftelijke vragen op grond van artikel 39 van het Reglement van Orde, binnengekomen op 22 juni 2017, beantwoorden wij als volgt.

U begon uw vragen met de volgende inleiding:

Vanuit het Rijk heeft de provincie een bedrag van 3,5 mln gekregen voor weidevoge/compensatie voor het project “De Haak”. Volgens Milieudefensie zijn aan dit bedrag bepaalde voorwaarden verbonden.

Vraag 1:

Heeft de provincie dit bedrag daadwerkelijk ontvangen?

Antwoord vraag 1:

Nee. Het volledige bedrag is nog niet helemaal ontvangen. Dit is waarschijnlijk binnen afzienbare tijd afgerond. Vanuit het rijk is er echter geen betaalverplichting. De storting in het weidevogelcompensatiefonds is een intern proces en de verantwoordelijkheid voor het Projectburo Haak.

Vraag 2:

Zijn hier inderdaad voorwaarden aan verbonden en zo ja, welke?

Antwoord vraag 2:

Ja, hier zijn voorwaarden aan verbonden. In de “Toelichting op het Tracébesluit Rijksweg 31 Leeuwarden” is opgenomen dat de uitvoering van de WVC moet bestaan uit beheerovereenkomsten op minimaal 142 hectare. Hiervan dient de helft verworven te zijn als natuur en de andere helft kan agrarisch blijven. Ter aanvulling daarop heeft de Raad van State vastgelegd dat van deze oppervlakte 70 tot 100 ha moet bestaan uit langdurige beheercontracten van 30 jaar op basis van natuurbeheer. De overige 42 tot 72 ha moet bestaan uit beheercontracten van 2x6 jaar op basis van agrarisch natuurbeheer.

Ook is er ecologisch onderzoek door gedaan door onderzoeksbureau Altenburg & Wymenga naar de verstoring en mogelijke compensatie van De Haak. Dit heeft geresulteerd in het rapport “Compensatie voor weidevogels in het kader van ontwikkelingen rond Leeuwarden” (rapportnummer 1324).

Vraag 3:

Wordt door de provincie aan deze voorwaarden voldaan? Graag per voorwaarde een toelichting over de wijze waarop hieraan wordt voldaan.

Antwoord vraag 3:

Ja, er wordt aan de voorwaarden voldaan. De uitvoeringsplicht heeft geresulteerd in afgesloten beheerovereenkomsten van 30 jaar op een oppervlakte van 81,6 ha en afgesloten beheerovereenkomsten van 12 jaar op een oppervlakte van 63,8 ha. De uitvoering is zoveel mogelijk, conform het, bij antwoord 2 genoemde rapport, uitgevoerd.

Compensatie zou plaatsvinden in gebieden met een laag aantal weidevogels, waar potentieel veel weidevogels een nieuw habitat zouden kunnen krijgen. Onze fractie begrijpt dat er al veel weidevogels waren in de gebieden met particulier natuurbeheer.

Vraag 4:

Kunt u aangeven hoeveel weidevogels in de compensatiegebieden aanwezig waren voorafgaand aan de compensatie en hoeveel weidevogels daar nu aanwezig zijn?

Antwoord vraag 4:

Hoeveel broedparen er in totaal op de compensatiepercelen aanwezig waren voorafgaand aan de uitvoering, is niet exact bekend. Er is geen nulmeting uitgevoerd op de specifieke percelen. De compensatie-opgave betreft namelijk niet het aantal te compenseren broedparen, maar de te compenseren oppervlakte (zie antwoord 2). De gebiedscoördinator Natuurcoöperatie Baarderdadiel (NCB) stelt elk jaar een collectief beheerplan op met daarin de resultaten van het afgelopen jaar en het voorgenomen beheer van het komende jaar. In deze verantwoording zijn o.a. de broedgevallen op de betreffende percelen WVC opgenomen.

Vraag 5:

Wanneer had de compensatie gereed moeten zijn? Indien is afgeweken van deze datum? Graag een toelichting.

Antwoord vraag 5:

Er is geen einddatum vastgelegd voor de realisatie van het compensatiebeheer. Voor de compensatie Haak zijn alle beheercontracten afgesloten.

Vraag 6:

Is het juist dat ook verstoorde gebieden mee worden gerekend bij de compensatiegebieden? Zo ja waarom en op welke wijze?

Antwoord vraag 6:

Ja, in het gebied waar de uitvoering plaatsvindt, zijn ook verstoorde gebieden aanwezig. Het beheer is afgesloten in het meest geschikte gebied uit het genoemde rapport van Altenburg & Wymenga. Maar zelfs hier is niet te ontkomen aan een deel verstoord gebied.

Vraag 7:

Is het gebruikelijk nulmetingen te doen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 7:

Nee, dat is niet gebruikelijk. Er is namelijk geen resultaatsverplichting van het aantal broedparen.

Vraag 8:

In hoeverre wordt in de compensatiegebieden kruidenrjk gras, een hoge waterstand en een late maaidatum nagestreefd?

Antwoord vraag 8:

In de contracten zijn de verschillende vormen van beheer vastgelegd met mogelijkheid tot wijziging. Belangrijk is het mozaïek aan beheer, dus afwisseling tussen plasdras, uitgesteld maaien en kruidenrijk grasland. De gebiedscoördinator NCB doet indien nodig, in het collectief beheerplan (CBP) een verzoek tot wijziging van het beheer voor het komende jaar. Hiermee wordt het beheer steeds zo optimaal mogelijk gehouden. Een hoge waterstand valt onder de inrichtingsmaatregelen. Dit is alleen van toepassing op de beheercontracten van 30 jaar. Een deel van het gebied heeft een aangepast waterpeil. Voor de inrichting waterpeilmaatregelen van het laatste deel van het gebied ligt er nu een vergunningsaanvraag bij het Wetterskip Fryslân.

Vraag 9:

Heeft de provincie verslag gedaan aan het ministerie van de invulling van de weidevogel- compensatie met nulmeting en effect van de weidevogelcompensatie? Zo ja, dan ontvangen we graag een exemplaar van de verslag(en). Zo nee, waarom is dit nog niet gebeurd? En op welke termijn gebeurt dit alsnog? Graag ook dan een exemplaar van het evaluatieverslag.

Antwoord vraag 9:

Nee, er is geen verslag gedaan aan het ministerie. De uitvoering moet voldoen aan de voorwaarden uit het Tracébesluit (antwoord 2). Er hoeft geen verslag aan het ministerie te worden uitgebracht over het verloop of de resultaten.

Interessant voor jou

Vragen over komst mestvergister Burgum

Lees verder

Schriftelijke vragen Schilkampen

Lees verder