Afscheids­speech Statenlid Rinie van der Zanden


11 november 2020

Dank u wel voor zo veel woorden van waardering aan mijn adres, voorzitter. Om verlegen van te worden.

Wie had kunnen denken dat ik ooit nog eens de politiek in zou gaan en nog wel als Statenlid in de Friese politiek terecht zou komen? Nou, ik niet! Maar, zo is mij meerdere keren in mijn leven gebleken: als je meebeweegt op de golven van het leven, gebeuren er soms dingen die je aanvankelijk voor onmogelijk hield. Als je je hart maar volgt, met je hoofd erbij. Dan kom je waar je wezen moet, zo heb ik zelf ten volle ervaren.

Fijn dat jij, Marien vandaag hier en vlakbij bent. Jij was met jouw grote parate kennis over veel zaken, mijn grote steun en toeverlaat op de achtergrond in de afgelopen enorm drukke en enerverende ruim 5,5 jaar. Bedankt! Ik kijk vandaag ook even via de camera naar onze beide kinderen, in België en in Nieuw Zeeland, en naar onze twee kleinkinderen, die mijn afscheid digitaal volgen. Misschien heb ik bij mijn kleinkinderen zelfs wel een zaadje gelegd om ooit ook in de politiek te gaan. Want, kijk even mee naar de tekening, inclusief de Stateninbreng die mijn kleindochter vorig jaar spontaan maakte, toen ik haar vertelde dat oma toch nog even door bleef werken, want dat ik immers op moest komen voor de dieren. Dat inspireerde de toen nog 8-jarige tot deze Stateninbreng.

Wanneer ik terugdenk aan mijn start in maart 2015 als kersvers Statenlid van een partij die voor het eerst meedeed, weet ik nog goed hoe spannend ik dat vond. Hoe zal de boodschap van de Partij voor de Dieren in een agrarische provincie als Fryslân binnenkomen? Ik weet nog goed, mijn maidenspeech in april 2015 ging over de muizenplaag die op dat moment heerste en waarvoor een provinciale lening werd ingezet. En ik ging natuurlijk zoals jullie intussen wel van mij gewend zijn in op het belang van het bij de bron aanpakken van de problemen in plaats van symptoombestrijding, het pappen en nathouden en weer wachten tot de volgende muizenplaag.

Spannend! Heel spannend vond ik het! Gelukkig mocht niemand mij interrumperen, want het was mijn maidenspeech. Na afloop kwam, zo kan ik nu wel verklappen, de toenmalige directeur, de heer Guus van der Berg naar mij toe. Hij zei dat hij met dit geluid van de Partij voor de Dieren een fris en nieuw geluid in de statenzaal hoorde. Die opmerking luchtte mij wel enigszins op, want ik had me, en dat mogen jullie nu ook wel van me weten, ingesteld op het aantreffen van behoorlijk wat weerstand tegen het gedachtengoed dat ik 4 jaar lang zou gaan uitdragen namens mijn achterban van stemmers. En ik had zojuist, op 1 april, de dag dat het melkquotum was afgeschaft, -ook wel “bevrijdingsdag” genoemd-, een bewogen debatje bij omrop Fryslân achter de rug met de toenmalige voorzitter van LTO-Noord. Ik had daar gezegd dat het loslaten van het melkquotum een ramp zou worden. Voor het milieu, een ramp voor de natuur en de weidevogels, een ramp voor de koeien en een ramp voor de portemonnee van de boer zelf. Mijn opponent wuifde dat allemaal weg. Mede daarom zou ik me, zo had ik me voorgenomen, bij wat ik in de staten zou gaan inbrengen vooral baseren op feiten en cijfers, zodat ik niet zomaar onderuit te schoffelen zou zijn.

Het Statenlidmaatschap werd voor mij al met al een mooie, enerverende, zeer leerzame en ook eervolle ervaring. Ik voelde mij enorm gesteund door mijn partij- en fractiegenoten.

De afgelopen weken kwam die eerste reactie van de voormalig directeur dus opnieuw in mijn gedachten en nu, na die 5,5 jaar denk ik: eigenlijk was het wel logisch dat mijn inbreng bij het muizendossier door hem werd ervaren als een fris en nieuw geluid. De Partij voor de Dieren is namelijk de enige politieke partij in Nederland die niet de mens centraal stelt, maar de belangen van alle soorten; op een aarde met schone lucht, schoon water, soortenrijkdom, een vruchtbare bodem en leven in harmonie met alle andere bewoners van deze planeet.

En met zo’n geheel andere invalshoek van kijken naar alle problemen, kom je automatisch tot heel andere, mijns inziens ook meer duurzame oplossingen van problemen, die tegenwoordig overigens geen problemen meer mogen heten, maar uitdagingen.

Van mij uit graag nog een woord van dank aan mensen in dit huis. Aan het voltallige griffie-team, dat ons als kersverse nieuwe partij en mij als Statenlid direct vanaf de start in 2015 grandioos heeft ondersteund. Geen vraag was te gek! Dank jullie wel!

Ik had al snel door: in de statenzaal, de politieke arena, kun je in het debat pal tegenover elkaar komen te staan, maar daar buiten gewoon prettig met elkaar omgaan. Dank jullie wel, collega ’s van alle elf andere fracties en fractiemedewerkers, gedeputeerden van toen en van nu. En u, voorzitter, commissaris van de koning, dank u wel voor de ondersteunende gesprekken die mij door u werden aangeboden wanneer ik ergens mee worstelde.

En dank jullie wel, ambtenaren. Ik heb vanuit onze fractie met heel wat ambtenaren menig overleg gevoerd, en altijd uiterst informatief en prettig!

Sinds vorig jaar te boek staand als enig plantaardig etend Statenlid, kreeg ik van de mensen van de catering altijd een heerlijke extra speciale koude en warme plantaardige hap. Dank jullie wel. Ook bij de receptie en de beveiligingsbalie, was het altijd even gezellig vertoeven en anders wel even dat korte praatje met mensen van het schoonmaakteam, onderweg naar onze fractiekamer.

Lyde, Nynke, Menno, Anita, Daniëlle, en eerder ook Vincent, jullie bedank ik extra speciaal voor jullie formidabele ondersteuning aan mij! Menno, jij hebt er heel veel zin in en ik zag er naar uit om te stoppen. Mooier kan het toch eigenlijk niet! Ik wens jou veel succes! Doe het op de helemaal bij jou zelf passende manier.

Ik wil eindigen met een droom.

Alle wereldreligies kennen in wezen dezelfde boodschap: behandel een ander zoals jij wilt dat die ander jou behandelt. Hoe veel mooier zou de wereld er uit zien, als we deze boodschap, die in feite een universele wijsheid is, ter harte zouden nemen! En mijn droom hierbij is dat deze universele boodschap ook gaat gelden jegens alle dieren. En wel zo dat huisdieren, dieren in de vrije natuur, dieren in de veehouderij gewoon allemaal naar hun eigen aard en behoeften kunnen leven en dat wij hen het recht op een waardig dierenleven evenzeer gunnen als dat we onszelf een waardig mensenleven gunnen. Dan gaan we als mensheid vast en zeker minder dieren eten en zo worden we zelf ook nog eens gezonder.

Jan Rotmans van de Erasmus Universiteit zei onlangs over corona heel treffend het volgende: “Dit is een heel harde les. Het probleem is ons gedrag als mensen. Wij groeien ten koste van de natuur, voelen ons superieur aan de natuur en vernietigen haar daardoor. Dat krijgen we nu als een boemerang in ons gezicht gegooid.” Einde citaat.

Ik had het over de universele boodschap van de wereldreligies. Het woord religie komt van het werkwoord re-ligare: “ je weer verbinden”. Je weer verbinden met je eigen hart, met het hart van je medemensen, met het hart van de dieren en met het kloppende hart van de hele levende natuur. De levende natuur waar de mens als soort slechts miniem onderdeel van uitmaakt, maar er tevens volkomen van afhankelijk is. Dank jullie wel, allemaal. Het ga jullie goed, qua gezondheid, qua privéleven en in de politiek!

Interessant voor jou

Inbreng bij Startnotitie Fiets

Lees verder

Maidenspeech Statenlid Menno Brouwer

Lees verder