Inbreng bij Commissie Agenda Waddengebied 2050
Een gezonde visstand gaat verzuring tegen doordat vissenpoep CO2 bindt, omdat het calciumcarbonaat bevat. Overbevissing zorgt er voor dat de verzuring alsmaar sneller zal doorzetten. De visstand in de Waddenzee is nu nog minder dan 10% van wat het was in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Voor de veerkracht van de Waddenzee is het van groot belang dat de visstand zich kan herstellen. Veel organismen zijn niet aangepast op een toenemende zuurgraad. In de Waddenzee probeert men de mosselbanken te herstellen, maar mossels worden ook nadelig beïnvloed door pH. En of de schelpenwinning gevolgen heeft voor een verdere verzuring is onduidelijk en dus van belang om nader onderzocht te worden. De biomassa van vis is in elk geval met 90% afgenomen, zo weten we allemaal. Ook zijn de vissen gemiddeld kleiner dan in de jaren zeventig van de vorige eeuw. Sterker, het hele voedselweb staat in feite onder grote druk, van het zeegras tot de mosselbanken en de kokkels. Niet vreemd dat voor trekvogels geldt dat méér soorten een negatieve trend laten zien. Zorgelijk, zeer zorgelijk, die vele negatieve invloeden op het Waddenecosysteem.
Zoals gezegd: een gezonde visstand gaat verzuring tegen. Verzuring die overigens meerdere oorzaken kent. Lokale processen hebben een grote invloed op de pH en zorgen nu al voor grote schommelingen, maar daar komt nog bij de verzuring van de oceanen door CO2, namelijk ook door methaanlekken vanuit de Noordzee. In de Noordzee, zo staat in de LC van 6 aug. 2020, zijn in de afgelopen decennia 15.000 olie- en gasboorputten geslagen. Ieder jaar, zo leerde Duits onderzoek ontsnappen aanzienlijke hoeveelheden van dit broeikasgas uit verlaten boorputten. Een onderzoek toont aan dat dit bij 28 van de 43 onderzochte boorputten het geval was. Die lekken blijken verantwoordelijk voor het grootste deel van de methaanuitstoot van de Noordzee. In zeewater leidt ontsnapt methaan tot, jawel: verzuring. En op 8 mei j.l. lazen we ook al in het Friesch Dagblad dat er uit de groep niet afbreekbare chemische stoffen, bekend onder de verzamelnaam PFAS gewoon in het duingebied van Terschelling 3,5 microgram per kilogram droge stof aangetroffen werd, bijna negen keer zoveel als het gemiddelde in Fryslân en ver boven de drempel van 0,9 voor natuurgebieden. Waar zijn wij mensen eigenlijk mee bezig! Hoe krijgen we ooit dat gezonde ecosysteem van de Waddenzee weer terug?!
Hoewel de kwestie van de verzuring nog vermeld stond in de eerdere versie van 31 oktober 2019 op pagina 27 is deze in de huidige ontwerp-agenda geschrapt.
Ik wil graag van de gedeputeerde weten waarom de kwestie van de verzuring is geschrapt, zeker gelet op de zojuist genoemde berichten in de Friese media. Graag uw reactie!
In het verlengde van deze vraag willen wij graag van de gedeputeerde de toezegging dat GS in zijn reactie op de ontwerp-Agenda aangeeft dat de verzuringskwestie weer wordt opgenomen in de Agenda op pagina 46 en er tevens voor pleit om de pH waarden en het effect daarvan op het ecosysteem te monitoren, omdat de pH-waarde niet alleen iets zegt over de verzuring, maar ook over het functioneren van het hele waddenecosysteem.
Kan de gedeputeerde toezeggen om dit in zijn reactie mee te nemen?
Wij willen de gedeputeerde ook meegeven om in de ontwerp-Agenda voor de hele kennisagenda een monitoring op te nemen voor de stand van zaken van de aanwezigheid van diverse schelpdieren en vissoorten, zoals de mosselen, de garnalen, kokkels, platvis, zeebaars, japanse oesterbanken.
Kan de gedeputeerde toezeggen ook dit in zijn reactie mee te nemen?
Daarnaast bepleiten wij ook een monitoring van de aanwezigheid van microplastics en gifstoffen, van bestrijdingsmiddelen tot PFAS-deeltjes. Binnen het ecosysteem van de waddenzee lijkt microplastic vooral een probleem te zijn voor wadpieren. Aangezien veel wadvogels afhankelijk zijn van deze soort, is er een potentieel groot effect. Daarom is ook hiervan een goede monitoring nodig.
Kan de gedeputeerde toezeggen dit ook in zijn reactie op te nemen?
In de Agenda staat de strategie genoemd om in te zetten op een gezonde visserijsector die de bodem in delen van de Waddenzee met rust laat en alleen het surplus uit het ecosysteem oogst. Hoe definieert men surplus? Kan bij een gekelderde visstand waarbij nog maar 10% van de vis over is, wel van surplus gesproken worden?
Hoe kijkt de gedeputeerde hier tegenaan?
Het is nodig dat een veerkrachtige gezonde visstand meetbaar wordt gemaakt. Van alle soorten moet een populatieomvang worden bepaald dat past bij het streefbeeld van een gezond veerkrachtig voedselweb. Alleen op die manier kunnen met de visserijsector goede afspraken worden gemaakt om natuurherstel mogelijk te maken. Wij hebben begrepen dat er veel slapende vergunningen zijn voor de vissoorten in de Waddenzee. Als bij de eerste tekenen van herstel de visserij weer actiever wordt, zal dit een goed herstel van het waddenecosysteem belemmeren. Met vangstafspraken gebaseerd op een goede concrete monitoring en concrete doelwaarden voor populatieomvang kan dit voorkomen worden.
In een eerdere raadpleging van de Statenfracties heeft de Partij voor de Dieren kenbaar gemaakt dat de gaswinning en de zoutwinning, die beide onherroepelijk bodemdaling tot gevolg hebben en waarbij bovendien een groot risico op lekkage van methaan bij gaswinning en risico op lekkage van dieselolie bij zoutkoepels op de loer ligt, volkomen, maar dan ook volkomen haaks staan op de hoofddoelstelling van de Agenda 2050 voor de Waddenzee: een duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee als natuurgebied en het behoud van het open en unieke landschap. Deze mijnbouw ondergraaft met deze genoemde reële risico’s al bij voorbaat de bescherming van de Waddenzee, die juist zo hard nodig is.
Dan nog dit: uit de evaluatie van de structuurvisie Waddenzee is gebleken dat het nog altijd niet lukt de natuur in het waddengebied te verbeteren, terwijl dat al enkele decennia het doel van de overheid is. Daarom vragen wij of de gedeputeerde kan toezeggen dat in zijn reactie ook gepleit zal worden voor een ecologische doorrekening van de Agenda Waddengebied 2050, waaruit blijkt of de nu opgenomen strategieën wel alsnog zullen leiden tot die zo door ons allen gewenste verbetering van de natuurkwaliteiten van de Waddenzee.
Kan de gedeputeerde toezeggen ook de ecologische doorrekening door te geven in zijn reactie?
Er ligt een plan voor een fietsroute langs de Waddenkust aan de zeezijde. Voor de beleving van de fietser een pré, maar voor de vogels een ramp. Waar blijft dan het hoofddoel nog.
Hoe ver staat het met dit plan en hoe kijkt de gedeputeerde hier tegenaan?
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Inbreng bij startnotitie circulaire economie
Lees verderInbreng bij Omgevingsvisie
Lees verder