Inbreng bij Omge­vings­visie


16 september 2020

Dank u wel, voorzitter,

Allereerst is de Partij voor de Dieren blij dat de zorgen van heel veel inwoners betreffende de effecten van straling op de gezondheid erkend zijn en een plek hebben gekregen in de Omgevingsvisie. Wij zijn ook blij dat het levend Fries erfgoed er nadrukkelijk in vermeld staat. Dit is namelijk een mooie vorm van agrobiodiversiteit, met de mens als samenwerker.

Niet alleen de Commissie MER heeft opgemerkt dat de omgevingsvisie op sommige punten niet concreet genoeg is, maar ook veel zienswijzen in de reactienota geven aan dat er veel onduidelijkheid is, zoals op het gebied van de energietransitie, het natuurbeleid, de biodiversiteit en de landbouw.

Vorige week gaf de gedeputeerde aan dat weliswaar alleen GS bevoegd is tot het vaststellen van de hierna uit de omgevingsvisie voortkomende concrete programma’s, maar dat PS daar nog wel wat van mag vinden. En zo hoort het ook. Wat nu nog vrij algemeen en vaag is in dit grote overkoepelende dossier wordt pas concreet in de programma’s. En daar hoort PS nog wat over te zeggen te hebben, ook volgens de vorig jaar in september aangenomen motie.

Kunnen wij er dus inderdaad van uit gaan dat alle programma’s nog in de Staten terugkomen voor fiattering? Graag die toezegging.

Bij de vier urgente opgaven wil de Partij voor de Dieren nog wat punten naar voren brengen:

Leefbaar, vitaal, bereikbaar;

Ook veilig en gezond horen daar bij. De afgelopen paar jaar hebben wij als Partij voor de Dieren vanuit drie verschillende dorpen in de provincie signalen gekregen van bezorgde inwoners vanwege het gebruik van gif bij de teelt van sierstruiken en lelieteelt, direct grenzend aan hun woonperceel. Het water en de lucht zijn van ons allemaal. En het kan natuurlijk niet zo zijn dat inwoners, bij gebrek aan voldoende controle en handhaving door de NVWA en door onvoldoende beschermende gemeentelijke regels hierin het nakijken hebben. Zeker niet als het om gif gaat. Bestrijdingsmiddelen van je naaste buren over jouw met veel tijd en zorg aangelegde gifvrije moestuin is, nog los van regelgeving moreel zelfs ongepast.

We zien het woord “gewasbeschermingsmiddelen” in de Omgevingsvisie alleen maar vermeld staan bij de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater op pag. 50. Een gemiste kans, zeker gelet op het feit dat gedeputeerde Hoogland ons vorige week bij de commissievergadering over de Startnotitie Biodiversiteitsherstel verzekerde en ik citeer hem nu even letterlijk: “biodiversiteit en bestrijdingsmiddelen passen niet bij elkaar”. Hier komen we vandaag, bij de behandeling van de startnotitie biodiversiteitsherstel op terug. De provincie heeft hier weliswaar geen directe bevoegdheden, maar wel degelijk een op te pakken rol! Zie ook het Bestuursakkoord.

Wat betreft de donkerte en stilte. Nu staat in de tekst dat stiltegebieden worden meegenomen bij omgevingsverordening. De Partij voor de Dieren wil graag meegeven dat het ook buiten de directe grenzen van een stiltegebied niet mogelijk zou moeten zijn zoveel herrie te maken dat dit ook te horen is in het stiltegebied zelf en dus die stilte ondermijnt.

Kan de gedeputeerde toezeggen dat de externe werking in de verdere uitwerking meegenomen gaat worden?

Energietransitie;

Wij zijn blij met de extra provinciale plus bovenop de landelijke subsidie voor het energiezuiniger maken van woningen. Daar mogen wat ons betreft de komende jaren nog wel extra tandjes bij om alsnog de gestelde doelen op dit vlak te halen.

Hierbij heb ik een vraag: Wordt er intussen al goed gebruik gemaakt van deze extra plus? En zo ja, bent u van plan deze plussubsidie ook de komende jaren voort te zetten?

Wij zien voor de provincie ook een pro-actieve rol op het gebied van voorlichting en bewustwording, het vergroten van draagvlak en het enthousiasmeren van Friese inwoners om op eigen wijze energie te besparen, hun ecologische voetafdruk te verkleinen en duurzamer te eten.

Hiervoor dienen wij een amendement in.

De Omgevingsvisie reikt natuurlijk vele jaren verder dan de periode van dit Bestuursakkoord. De Partij voor de Dieren vindt het niet van visie getuigen om de zo belangrijk geachte lokale inspanningen van energiecoöperaties nu alweer voor de tweede keer af te serveren in de door hen zo gewenst combinatie van zon en wind. De zon schijnt immers minder vaak dan dat de wind waait. En bovendien zijn de bedragen in de vorm van SDE+ subsidies bij zonprojecten vele malen hoger dan bij windprojecten. En wie betalen die kosten uiteindelijk? De belastingbetalende inwoners van Nederland en Fryslân. Als provinciaal bestuur moeten we immers ook naar de betaalbaarheid kijken. Veel insprekers en ook meerdere gemeenten worden met uw afwijzing van een eigen dorpsturbine opnieuw tekort gedaan bij alle tijd, energie en betrokkenheid die zij er met elkaar geheel op vrijwillige basis insteken.

Het is ons wel duidelijk! Hoewel u er eigenlijk geen enkele windmolen meer bij wilt hebben, sterker u vindt zelfs dat deze helemaal niet meer nodig zijn voor de energieopgave, behartigt u desondanks intussen nog wel even snel de belangen van de agrarische sector die kleine windmolens wil. Boeren mogen straks op hun eigen land max. drie turbines neerzetten, puur voor hun eigen verdienmodel, met alle risico’s op verrommeling van het landschap van dien, waar u juist zo tegen bent. Dorpscoöperaties die al jarenlang een molen willen vanwege het algemene belang van hun dorpsgemeenschap en daarmee bijdragen aan een door u zo gewenste toenemende betrokkenheid en inzet van zo veel mogelijk dorpsgenoten bij de energietransitie, nee, die niet. De Partij voor de Dieren kan niet anders concluderen: hier is sprake van ongelijke behandeling.

Klimaatadaptatie;

De tekst bij de opgave Energietransitie 2e bullit: Akkoord van Parijs: opwarming maximaal 2 graden Celsius is een onjuiste formulering van de officiële afspraak hieromtrent.

In het Nationale Klimaatplan 2021- 2030 staat namelijk letterlijk op blz. 5, en ik citeer “ Hierin is afgesproken om de gemiddelde opwarming van de aarde ruim onder de 2°C te houden, met als streven de opwarming te beperken tot 1,5°C”. https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/klimaatverandering/documenten/beleidsnotas/2020/04/24/klimaatplan-2021-2030

Wij hebben een amendement om de tekst op dit punt dan ook op gelijke wijze te formuleren.

Versterken biodiversiteit.

Hoewel onder het kopje “Wat is er aan de hand” luid en duidelijk staat dat de kwaliteit van water en bodem is afgenomen en de biodiversiteit nog steeds achteruit gaat, ontgaat het ons in deze omgevingsvisie volkomen hoe die transitie naar een natuurinclusieve landbouw toch in 2025 gerealiseerd kan zijn. Zoals GS het nu heeft geformuleerd, kan een nu al grote melkveehouderij met 350 koeien met op het weiland louter raaigras en geen enkel bloemetje en dus geen plek voor bijen en andere insecten, toch uitbreiden wanneer het bedrijf iets aan verduurzaming doet, dus bv zonnepanelen op het dak plaatst. Want het staat er als volgt: of dit, of dat, of zus, of zo. Nee, ondanks alle mooie woorden blijft dit college gewoon de industrialisatie van de landbouw ruim baan geven en ook de mestvergisting. Mestvergisting, die toch niet meer aan de orde zal zijn als je grondgebonden en natuurinclusief boert?! Het lijkt alleen maar alsóf dit College de boeren richting een maatschappelijk verantwoorde toekomst wil brengen, maar in werkelijkheid is het niet zo. Het college noemt de Friese landbouw steevast viersterren-landbouw en verzuimt er bij te zeggen dat deze viersterrenlandbouw intussen wel een 6 sterren-kostenpost is.

Wanneer we namelijk alle schade en dus de indirecte kosten die deze door u genoemde viersterrenlandbouw met zich meebrengt, zouden verdisconteren in het product in de winkel in plaats van al die schade af te wentelen op de belastingbetalende burgers, dan zou een biologisch product in de winkel nu al goedkoper zijn dan zijn gangbare broertje.

Hoe komt het dat het college van GS nooit de op de samenleving afgewentelde schade posten van deze “viersterrenlandbouw” benoemt? Graag een reactie van u.

Interessant voor jou

Inbreng bij Commissie Agenda Waddengebied 2050

Lees verder

Inbreng bij Startnotitie Biodiversiteitsherstel

Lees verder