Inbreng bij verbreding sluis Korn­wer­derzand


17 juni 2020

De Partij voor de Dieren vindt het Bredesluis-dossier uiterst risicovol. En naast de risico’s zijn er voor ons nog onduidelijkheden, die allang duidelijk hadden moeten zijn, dat we sterk overwegen om zelfs met het fase 1 voorstel niet akkoord te gaan. Maar wij zullen de behandeling van vandaag verder kritisch volgen en dan onze eindafweging maken.

Welke grote risico’s en onduidelijkheden zien wij?

Ronduit merkwaardig vonden wij het dat een van de bedrijven tijdens de expertmeeting aangaf op voorhand al vele tientallen miljoenen te hebben geïnvesteerd in een nieuw overdekt werkdok, er daarmee naar eigen zeggen al voor 100% vanuit gaand dat die brede sluis er komt, maar toen dat hem gevraagd werd nu, ook vanwege coronacrisis toch zelfs niet één eurocent kon garanderen van die benodigde € 26,5 miljoen, de beloofde bijdrage van de betreffende bedrijven in de scheepsbouw. Merkwaardig.

En stel dat al die gespannen verwachtingen over een toename van bestellingen van bredere schepen als gevolg van de coronacrisis inderdaad straks helemaal niet uitkomen ?!

Tijdens de Commissievergadering vroeg ik om hoeveel schepen het eigenlijk gaat, waarvoor verbreding van de sluis beslist noodzakelijk is. Dat wist de gedeputeerde niet aan te geven. Maar daar moet toch wel iets over bekend zijn, denk ik dan, en ergens op papier staan?! Ik ben zelf geen rekenmeester, maar bij een investering van €180 miljoen moet je toch wel weten over welke feiten en cijfers je het met elkaar hebt. Bijvoorbeeld om hoeveel bestelde bredere schepen het in de afgelopen10 jaren ging die óf niet konden worden gebouwd omdat ze niet door de sluis kunnen óf die via een omweg over een andere wel geschikte vaarweg uiteindelijk hun weg naar zee moesten vinden. Op grond van dat soort cijfers is vervolgens ook een prognose te maken over de te verwachten bestellingen zodra er wel die verbrede sluis is. De betreffende belanghebbende 15 bedrijven beschikken toch zeker elk voor zich wel over dat soort gegevens, in elk geval van vóór Coronatijd?! Ik heb er even wat aan gerekend, maar wanneer wij als Provincie voor hen 26,5 miljoen voorfinancieren en dat bedrag volgens planning inderdaad in 15 jaar terug gaan krijgen, dan moet er, omgerekend over de betreffende 15 bedrijven gemiddeld toch wel zo’n € 1,7 miljoen per jaar terugvloeien. € 1,7 miljoen! Nou, dan heb je het niet over 15 brede schepen, één per bedrijf per jaar, lijkt mij. Maar feiten en cijfers hierover? Ze zijn er niet!

Kunt u toezeggen dat wij als Staten deze cijfers alsnog ontvangen en kunnen betrekken in de afwegingen in fase 2?

Gelet op de Waddenzeekaarten die we hebben geraadpleegd zijn we er ook nog niet zo zeker van dat de vaargeul aan de Waddenzeekant niet ook nog extra of misschien nu niet maar op termijn wel, plaatselijk moet worden uitgediept. Tot nu toe staat in het Bredesluis-dossier alleen vermeld dat de vaargeul in het IJsselmeer zal moeten worden uitgediept. Er lijkt vooralsnog te worden aangenomen dat dit niet nodig zal zijn met de vaargeul vanaf de bruggen aan de Waddenzeekant, naar links, richting Den Helder. Maar is dat wel zo? Wij willen daar graag duidelijkheid over. Want op de waterkaarten is de vaargeul aan de Waddenzeekant plaatselijk ook vrij ondiep. Daar vindt voortdurend net als in Boontjesvaargeul natuurlijke aanwas en dus verhoging plaats.

En dan de hoop op een bijdrage uit het Waddenfonds. In het spoorboekje staat op blz 6: het project Kornwerderzand is een economisch project. In combinatie met de in dit kader dringende oproep vanuit de Harlinger havenbedrijven om bij het verbreden van de sluizen ook de vaargeul Boontjes verder en blijvend uit te diepen, wordt het wel heel penibel om nog in aanmerking te komen voor een bijdrage van € 8 miljoen, nou ja, dan maar € 4,25 miljoen of zelfs maar van € 2 miljoen van het Waddenfonds. Immers ook voor majeure economische projecten geldt dat er geen negatieve impact mag zijn op de natuurwaarden van de Waddenzee. Economische activiteiten mogen niet ten koste gaan van de ecologie van het Waddengebied

Juist daarom heb ik tenslotte nog een vraag over Boontjes, omdat ook die vaargeul aan de orde kwam tijdens de commissievergadering. Met het Pact van Marrum is op 18 mei 2018 door de Waddenhavens samen met de natuurorganisaties afgesproken en officieel door allen ondertekend dat de vaargeulen niet verder verdiept zouden worden. Het uitdiepen en het op diepte houden van de vaargeul Boontjes is bovendien erg kostbaar. Veel kostbaarder dan aanvankelijk gedacht. In 2019 werd 300.000 m3 uitgebaggerd in plaats van de verwachte maximale 32.000 m3. Dat is bijna 10 keer zoveel bagger als verwacht en daarmee is het dus ook vele malen duurder geworden. En dan hebben we het nog niet eens over de impact daarvan op de natuurwaarden in dit Natura 2000, Werelderfgoedgebied.

Dan is het toch van belang om eerst te weten of de kosten hier wel opwegen tegen de baten? Of zie ik dat verkeerd? De containeroverslag en daarmee het vrachtverkeer over water is namelijk niet zoveel toegenomen als gehoopt. De hoeveelheid bagger en de kosten daarvan zijn wel heel veel hoger dan voorzien.

Kortom eerst maar eens een kosten-batenanalyse. En bovendien is er misschien ook wel een nieuwe Natuurbeschermingsvergunning nodig, gelet op het feit dat er bijna 10 keer zo veel meer gebaggerd moet worden dan aanvankelijk gedacht. Nou ja, het is misschien beter dat ik hierop terugkom bij de behandeling van de kadernota, omdat Boontjes daar als project in vermeld staat. Maar ik benoem het nu al wel, zeker omdat voor de Harlinger havenbedrijven er een nauw verband bestaat tussen de verdere uitdieping van Boontjes en de verbreding van de sluis met ecologische gevolgen voor de Waddenzee.

Interessant voor jou

Inbreng bij RES

Lees verder

Inbreng bij kadernota 2021

Lees verder