Inbreng Uitvoe­rings­pro­gramma Stikstof


28 mei 2022

Voorzitter,

Niet alles kan overal, dat was het advies in 1 zin samengevat van de commissie Remkes medio 2020. Volgens de commissie Remkes is een emissiereductie van 50% in 2030 noodzakelijk om nog iets te redden van de natuur die we hard nodig hebben met het oog op de leefbaarheid en de toekomstbestendigheid van onze planeet. Zonder ecologie geen economie. Dat signaal begint nu ook in Den Haag door te dringen. Bij brief van 1 april jongstleden kondigt Minister van der Wal aan dat het Kabinet kiest voor een aanpak waarmee de doelen met betrekking tot natuur, stikstof, water en klimaat onontkoombaar worden gerealiseerd. Opmerkelijk is dat de Minister nu klip en klaar constateert dat we in Nederland teveel en te lang over de grens zijn gegaan van wat de natuur aankan. Regelingen zoals de PAS en mestderogatie werken averechts, niet verwonderlijk, aangezien daar van het begin af aan bij voortduring door wetenschappers en juristen voor gewaarschuwd is.

Ook geeft de Minister aan dat verplichtende maatregelen als onteigening op tafel komen wanneer vrijwillige maatregelen onvoldoende resultaat opleveren. Op dat punt constateert de Partij voor de Dieren dat er licht zit tussen het Friese Uitvoeringsprogramma, dat volgens de gedeputeerde als bod aan het Rijk moet worden gezien, en de genoemde brief van de Minister. Hoe realistisch is het dat GS maar kan blijven vasthouden aan het uitstellen van het gebruik van het onteigeningsinstrument als stok achter de deur? Hoe kijkt de gedeputeerde daar tegenaan?

Voorzitter, in de notitie Friese Aanpak Stikstof, gedateerd 25 februari 2020, onderscheidt GS twee sporen: ten eerste de inzet op generieke maatregelen en ten tweede gebiedsgericht inzetten op een systeemverandering van de landbouw, waaronder vermindering van de veedruk en het stimuleren van kringlooplandbouw, grondgebonden landbouw, natuurinclusieve landbouw en biologische landbouw. In het voorliggende Uitvoeringsprogramma komt u met een prognose, te weten een verdere trend van schaalvergroting en intensivering, die tegengesteld is aan wat u wil. Hoe verhoudt deze trend van verdergaande intensivering zich met de wens van GS om de noodzakelijke systeemverandering ook daadwerkelijk gerealiseerd te krijgen? Hoe denkt u dat zonder een dwingender pakket aan maatregelen te kunnen realiseren?

Over de geschetste plannen voor monomestvergisting, waaraan in het aanvalsplan groen gas wordt gewerkt, zijn wij minder enthousiast. Mestvergisting hoort niet thuis in een duurzame samenleving en mestvergisting is in economische termen weinig toekomstbestendig, met het oog op de noodzakelijke extensivering van de landbouwsector met minder dieren en daardoor minder mest. Het gevaar bestaat dat er naar aanvoer uit andere regio’s zal worden gezocht om het systeem rendabel te kunnen houden. Niet meewerken aan mestvergisting dus, maar meer werk maken van een toekomstbestendige landbouw.

Naast een gebiedsgerichte en generieke aanpak, wil het College zich ook inzetten voor de legalisatie van PAS melders. Een nobel streven, maar gaat dat ook lukken? De overheid is wetgever en beleidsbepaler tegelijk en dus medeverantwoordelijk voor het Stikstofinfarct. De maatregelen die sinds het advies van Remkes zijn uitgevoerd houden niet over. Eind 2019 heeft het Kabinet een pover pakket aan maatregelen aangekondigd, bestaande uit ammoniakreductie via voermaatregelen, een subsidieregeling voor stoppende varkenshouderijen en verlaging van de maximumsnelheid op snelwegen naar 100 km. Bij lange na niet toereikend. Daadkracht in maatregelen is dus nodig, maar ook daadkracht in wetgeving en beleid. Zo leidt de mogelijkheid van extern salderen tot een inefficiënt en ondoorzichtig proces, waarbij individuele bedrijven gratis vergunde stikstofruimte tegen geld mogen verhandelen. In de woorden van Valentijn Wösten, raadsman van MOB, wordt via extern salderen het recht om te mogen vervuilen verhandelbaar. De PvdD is van mening dat de niet gebruikte stikstofruimte dient terug te vloeien naar de overheid om zodoende onwenselijke speculatie en mogelijke fraude te voorkomen. Is het College het daarmee eens en, zo ja, is het College bereid om in de gesprekken met de Minister en het IPO dit standpunt naar voren te brengen ?

Voorzitter, mijn betoog afsluitend zal ik niet instemmen met het voorstel van het College om geen zienswijze in te dienen. Kort samengevat is de Partij voor de Dieren van mening dat de volgende punten in het Uitvoeringsprogramma moeten worden opgenomen:

  1. Een directe inzet van het onteigeningsinstrument
  2. Toewerken aan een systeemverandering van de Landbouwsector met een duidelijke stip op de horizon en tussentijdse mijlpalen
  3. Gratis vergunde stikstofruimte mag niet worden verhandeld maar dient terug te vloeien naar de overheid.

Dank u voorzitter

Interessant voor jou

Inbreng bij Hegewarren

Lees verder

Inbreng interpellatiedebat Openbaar Vervoer

Lees verder