Vragen over katten­jacht


Indiendatum: okt. 2015

In 2013 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen tegen de jacht op verwilderde katten. Het vorige college heeft die motie niet gehonoreerd en dus kan er in Fryslân nog steeds op katten worden gejaagd, net als in de provincies Overijssel en Utrecht. De jacht op verwilderde katten is recentelijk weer in de publiciteit gekomen en daarom stellen wij u de volgende vragen.

1. Het besluit om de jacht op verwilderde katten in Fryslân niet te verbieden is genomen door het vorige college. De argumentatie daarvoor was dat katten grote schade toebrengen aan de weidevogelstand. Onderschrijft het huidige college dit standpunt, en het onderliggende argument? Zo ja, kan het college dan aangeven wat het aandeel van de verwilderde katten is in de verminderde weidevogelstand in relatie tot bijvoorbeeld de predatie door vossen, roofvogels en de nadelige effecten van de moderne landbouwtechnieken, waaronder het gebruik van de sleepslang in het vroege voorjaar? Een en ander uitgedrukt in onderbouwde percentages per categorie. Zo nee, kan het college aangeven waarop het besluit om de jacht op katten in Fryslân toe te staan dan is gebaseerd?

2. Uit het feit dat het overgrote deel van de provincies de motie wel heeft overgenomen kan wellicht worden afgeleid dat de verwilderde kat in Fryslân een groter probleem vormt dan in de rest van Nederland. Kan het college dit bevestigen? Zo, ja, waarop is dat gebaseerd? Zo nee, waarom wordt de jacht op verwilderde katten hier dan nog steeds toegestaan?

3. Hoeveel katten zijn er in Fryslân en welk percentage daarvan is verwilderd en welk percentage daarvan wordt gemiddeld per jaar doodgeschoten?

4. Hoeveel katten worden wel aangeschoten, maar niet gedood? Wat gebeurt er vervolgens met deze dieren?

5. Hoe wordt onderscheid gemaakt tussen huiskatten en verwilderde katten? Geeft die wijze van onderscheiding voldoende zekerheid?

6. Worden geschoten katten gecontroleerd op het dragen van een chip? Zo ja, welke procedure geldt hiervoor? Als geen chipcontrole plaats vindt, waarom niet?

7. Wat gebeurt er met de doodgeschoten katten?

8. Worden foto's van de geschoten dieren vrijgegeven (bijvoorbeeld op Amivedi.nl), zodat eventuele eigenaren er achter kunnen komen wat er met hun vermiste kat is gebeurd?

9. Welke alternatieven voor de jacht op verwilderde katten zijn onderzocht? Wanneer en op wat voor manier? Zijn er alternatieven, zo ja, waarom worden die niet toegepast?

10. Is het college het met ons eens dat het schieten of anderszins verjagen van verwilderde katten eigenlijk symptoombestrijding is en dat het kattenprobleem eigenlijk bij de bron zou moeten worden aangepakt? Zo ja, welke mogelijkheden ziet het college dan? (chippen, vangen en castreren/ steriliseren) Zo nee, denkt het college het probleem met deze symptoombestrijding onder controle te krijgen?

11. Onderschrijft het college de observatie dat het aantal katten op een gemiddeld boerenbedrijf aanzienlijk groter is dan in een gemiddelde burgerwoning en dat in deze observatie wellicht een begin van een oplossing van het probleem ligt?

Partij voor de Dieren, mevrouw R. van der Zanden

20 oktober 2015

Het bijbehorende nieuwsbericht is hier te lezen.

Geachte mevrouw Van der Zanden,

Uw schriftelijke vragen op grond van artikel 39 van het Reglement van Orde, binnengekomen op 20 oktober 2015, beantwoorden wij als volgt. Op 11 november 2015 heeft u van ons een uitstelbrief ontvangen.

U geeft in uw inleiding het volgende aan.

In 2013 is in de Tweede Kamer een motie aangenomen tegen de jacht op verwilderde katten. Het vorige college heeft die motie niet gehonoreerd en dus kan er in Fryslân nog steeds op katten worden gejaagd, net als in de provincies Overijssel en Utrecht. De jacht op verwilderde katten is recentelijk weer in de publiciteit gekomen en daarom stellen wij u de volgende vragen.

Voor de goede orde willen wij eerst reageren op de inleiding. De verwilderde kat is opgenomen in de regeling Beheer en Schadebestrijding als een soort waarvoor GS een aanwijzing kunnen nemen om deze (o.a. ter voorkoming van schade aan flora en fauna) te beperken. Bij besluit van 1 februari 2005 hebben wij, middels een aanwijzing op basis van artikel 67 Flora- en faunawet, jachtaktehouders gemachtigd om binnen het eigen jachtveld met het geweer verwilderde katten te schieten. Het doel is om, in geval er sprake is van dreigende schade door verwilderde katten aan de inheemse fauna, deze dieren ter plaatse te kunnen verwijderen. De verwilderde kat is een afstammeling van de huiskat, maar door het verwilderingsproces (dedomestificatie) is het gedrag van deze dieren veranderd en lijkt ook niet op het gedrag van de gehouden huiskat. Verwilderde katten planten zich in het wild voort en zijn als zodanig ook niet meer te beschouwen als een 'gewone’ huiskat. Verwilderde katten mijden menselijk contact en zijn ook niet te benaderen of eenvoudig te vangen, zoals een huiskat of een zwerfkat. Gebruik van het geweer wordt gezien als het enig geschikte middel om deze exoten uit te natuur te verwijderen. Gezien de grote schade die de verwilderde katten toebrengen aan de inheemse fauna wordt bestrijding van deze ‘exoot’ als groot belang gezien ter bescherming van onze inheemse vogels en kleine zoogdieren.

Uit de media hebben wij recent vernomen dat de Staatssecretaris van EZ op korte termijn duidelijkheid wil geven over de wijze waarop hij het verbod op afschieten van verwilderde katten (ter uitvoering van de motie van de Tweede Kamer) wil vormgeven. Voor zover dit gevolgen heeft voor het beleid van de Provincie Fryslân kunnen wij op dit moment nog niet beoordelen.

Vraag 1:

Het besluit om de jacht op verwilderde katten in Fryslân niet te verbieden is genomen door het vorige college. De argumentatie daarvoor was dat katten grote schade toebrengen aan de weidevogelstand. Onderschrijft het huidige college dit standpunt, en het onderliggende argument? Zo ja, kan het college dan aangeven wat het aandeel van de verwilderde katten is in de verminderde weidevogelstand in relatie tot bijvoorbeeld de predatie door vossen, roofvogels en de nadelige effecten van de moderne landbouwtechnieken, waaronder het gebruik van de sleepslang in het vroege voorjaar? Een en ander uitgedrukt in onderbouwde percentages per categorie. Zo nee, kan het college aangeven waarop het besluit om de jacht op katten in Fryslân toe te staan dan is gebaseerd?

Antwoord vraag 1:

Ja, het college onderschrijft het standpunt van het vorige college dat verwilderde katten grote schade toebrengen aan de inheemse fauna en aan de weidevogels in Fryslân in het bijzonder.

Ter bescherming van de inheemse fauna zijn jachtaktehouders aangewezen om met het geweer in het veld aanwezige verwilderde katten te mogen schieten.

De verwilderde kat is door de International Union for Conservation of Natura (IUCN) opgenomen op de lijst van 100 “World’s Worst” invaders. Daarmee wordt wereldwijd de verwilderde kat beschouwd als één van de grootst schadelijke soort voor inheemse fauna. Ook uit Nederlandse onderzoeken, waaronder op Schiermonnikoog, volgt dat de verwilderde kat een impact kan hebben op de inheemse beschermde diersoorten. In die zin is de verwilderde kat ook een voedselconcurrent voor onze inheemse predatoren. Het is dan ook niet relevant om het aandeel van predatie door de verwilderde kat aan te geven in relatie tot inheemse predatoren.

De bedreiging van onze weidevogelstand is een combinatie van factoren waarbij landbouw, gebruik van landbouwtechnieken, waterstanden en de aanwezigheid en aantallen van natuurlijke predatoren een rol spelen. De tol die invasieve exoten, waaronder wij de verwilderde kat mogen scharen, heffen op de grondbroeders en kuikens voegt daarbij nog een extra factor toe die niet past binnen een te zoeken evenwichtig ecologisch systeem.

Vraag 2:

Uit het feit dat het overgrote deel van de provincies de motie wel heeft overgenomen kan wellicht worden afgeleid dat de verwilderde kat in Fryslân een groter probleem vormt dan in de rest van Nederland. Kan het college dit bevestigen? Zo, ja, waarop is dat gebaseerd? Zo nee, waarom wordt de jacht op verwilderde katten hier dan nog steeds toegestaan?

Antwoord vraag 2:

Het is ons niet op welke gronden andere colleges zijn overgegaan tot het niet aanwijzen van jachtaktehouders om de verwilderde kat te bestrijden.

In Fryslân willen wij onze inheemse fauna beschermen tegen schadelijke exoten en verwilderde dieren. Dit is ook zo opgenomen in ons beleid. Op 18 december 2013 heeft een meerderheid van Provinciale Staten van Fryslân een motie aangenomen waarin bij GS wordt aangedrongen om bij het kabinet er op aan te dringen dat er geen verbod komt op het afschieten van verwilderde katten. Ook hebben Provinciale Staten in de Weidevogelnota 2014-2020, opgenomen dat we meewerken aan het bestrijden van de vos, zwarte kraai en verwilderde kat met de best beschikbare middelen. Daarnaast blijkt uit onderzoek op de Waddeneilanden dat verwilderde katten door hun predatie een impact hebben op grondbroedende vogels, maar ook op de konijnenstand in de duinen. De beïnvloeding van de konijnenstand heeft ook weer directe gevolgen voor bijvoorbeeld de Natura 2000-waarden van de duinhabitats. Een goede konijnenstand is essentieel voor in ecosystemen, zoals het maken van open plekken en kleinschalige variatie in vegetatiestructuur door begrazing, alsmede het onderdrukken van struweelvorming. Een goede konijnenstand is namelijk essentiëel voor de kwaliteit van bijvoorbeeld de grijze duinen, een zogenaamd prioritair habitattype waarvoor Nederland internationaal een zware verantwoording heeft.

Vraag 3:

Hoeveel katten zijn er in Fryslân en welk percentage daaivan is verwilderd en welk percentage daatvan wordt gemiddeld per jaar doodgeschoten?

Antwoord vraag 3:

Er worden geen tellingen bijgehouden hoeveel huiskatten, zwerfkatten of verwilderde katten in Fryslân voorkomen. Uit de informatie die wij van de Faunabeheereenheid hebben gekregen zijn in 2015 tot aan heden 13 verwilderde katten geschoten. Omdat voor vrijgestelde dieren geen registratieplicht geldt, is dit wellicht een onderschatting.

Vraag 4:

Hoeveel katten worden wel aangeschoten, maar niet gedood? Wat gebeurt er vervolgens met deze dieren?

Antwoord vraag 4:

Deze vraag om hoeveel katten worden aangeschoten, maar niet gedood kan door ons niet worden beantwoord.

Vraag 5:

Hoe wordt onderscheid gemaakt tussen huiskatten en verwilderde katten? Geeft die wijze van onderscheiding voldoende zekerheid?

Antwoord vraag 5:

Het gedrag van een verwilderde kat is in de meeste gevallen voor een ervaren persoon in het veld te onderscheiden van het gedrag van een huiskat. De verwilderde kat gedraagt in de meeste gevallen schuw en afstandelijk van de mens en is ook te herkennen in de manier waarop deze zich in het veld gedraagt. Er is in de praktijk voldoende onderscheid te maken tussen het gedrag van een huiskat en een verwilderde kat om vergissingen te voorkomen.

Vraag 6:

Worden geschoten katten gecontroleerd op het dragen van een chip? Zo ja, welke procedure geldt hiervoor? Als geen chipcontrole plaatsvindt, waarom niet?

Antwoord vraag 6:

Waar we spreken over een populatie verwilderde katten is sprake van voortplanting. Jongen die in het wild worden geboren en alle nakomelingen dragen geen chip. Controle op een chip bij verwilderde katten is dan ook niet aan de orde. In hoeverre geschoten katten toch worden gecontroleerd op de aanwezigheid van een chip is ons niet bekend.

Vraag 7:

Wat gebeurt er met de doodgeschoten katten?

Antwoord vraag 7:

Geschoten verwilderde katten worden achtergelaten in het veld als biomassa (begraven) of voor destructie afgevoerd.

Vraag 8:

Worden foto’s van de geschoten dieren vrijgegeven (bijvoorbeeld op Amivedi.nl), zodat eventuele eigenaren er achter kunnen komen wat er met hun vermiste kat is gebeurd?

Antwoord vraag 8:

Zie ook het antwoord op vraag 6. Verwilderde katten planten zich zelfstandig voort in het wild en hebben geen eigenaar.

Vraag 9:

Welke alternatieven voor de jacht op verwilderde katten zijn onderzocht? Wanneer en op wat voor manier? Zijn er alternatieven, zo ja, waarom worden die niet toegepast?

Antwoord vraag 9:

De Staatssecretaris heeft de Raad voor de Dieraangelegenheden verzocht om advies uit te brengen over de methode Trap, Neuter and Return (TNR). Dit advies wachten wij eerst af alvorens wij deze methode als alternatief gaan onderzoeken.

Naast deze methode is het mogelijk en toegestaan om verwilderde katten te vangen met kastvallen. Deze methode is geschikt om (bijvoorbeeld) zwerfkatten te vangen omdat deze nog in de menselijke omgeving voorkomen en menselijk contact niet vermijden. Deze dieren kunnen worden gevangen en kunnen daarna via het asiel zo mogelijk weer een nieuwe baas krijgen. Verwilderde katten mijden elk menselijk contact en laten zich niet of slechts met veel moeite vangen middels een kastval. Ook zal een gevangen verwilderde kat uiteindelijk moeten worden ge-euthanaseerd omdat deze dieren, door hun verwildering, niet meer kunnen worden gehouden als een huiskat.

Vraag 10:

Is het college het met ons eens dat het schieten of anderszins verjagen van verwilderde katten eigenlijk symptoombestrijding is en dat het kattenprobleem eigenlijk bij de bron zou moeten worden aangepakt? Zo ja, welke mogelijkheden ziet het college dan? (chippen, vangen en castreren/ steriliseren) Zo nee, denkt het college het probleem met deze symptoombestrijding onder controle te krijgen?

Antwoord vraag 10:

Katten verwilderen omdat huiskatten worden verwaarloosd of soms zelfs bewust zijn losgelaten en uiteindelijk zijn verwilderd. De oorzaak van de aanwezige verwilderde kattenproblematiek ligt dan ook bij het gebrek aan verantwoordelijkheid en zorg van sommige huiskatteneigenaren. Vanuit dierenbeschermingsorganisaties zal dan ook veel nadrukkelijker eigenaren van katten moeten worden gewezen op hun zorgplicht en verantwoordelijkheid voor het welzijn van hun huisdieren. Katteneigenaren die hun dieren vrij laten rondlopen in de natuur of zelfs loslaten en hun verantwoording niet nemen om de wilde inheemse fauna te beschermen tegen predatie zijn degenen die uiteindelijk aan de basis van het verwilderde katten probleem staan. GS hebben, in het kader van de Flora- en faunawet om de wilde inheemse fauna te beschermen, hierin enkel de bevoegdheid om te zorgen dat schadelijke verwilderde dieren uit de natuurlijke omgeving worden verwijderd.

Vraag 11:

Onderschrijft het college de observatie dat het aantal katten op een gemiddeld boerenbedrijf aanzienlijk groter is dan in een gemiddelde burge,woning en dat in deze observatie wellicht een begin van een oplossing van het probleem ligt?

Antwoord vraag 11:

Hierover zijn ons geen gegevens bekend. Er is voor ons ook geen aanleiding om de oorzaak te zoeken bij de aantallen gehouden katten door burgers of op een boerenbedrijf voor de schade door verwilderde katten aan de inheemse fauna. Het gaat vooral om de verantwoordelijkheid en zorg van de katteneigenaar voor het dier. Zie hiervoor ook ons antwoord bij vraag 10.

Hoogachtend,

Staten van Fryslân,

J.A. Jorritsma, foarsitter

Interessant voor jou

Vragen over garnalenpulsvisserij

Lees verder

Vragen over ganzenjachtreizen

Lees verder