Schrif­te­lijke vragen Grond­slagen vergoeding wolven­schade


Indiendatum: okt. 2024

SCHRIFTELIJKE VRAGEN, ex artikel 42 Reglement van Orde en VERZOEK OM INLICHTINGEN, ex artikel 151, tweede lid, van de Provinciewet

Gericht aan

GS

Onderwerp

Grondslagen vergoeding wolvenschade

Inleidende toelichting

Wolven staan weer in het middelpunt van de belangstelling, vooral nu ook binnen de Europese context stemmen opgaan om de beschermde status van de wolf in Europa te verlagen, van “strikt beschermd” naar “beschermd”. Onze Statenfractie acht het van belang om als bijdrage aan een ordentelijke discussie over dit thema een aantal belangrijke feiten en uitgangspunten helder te krijgen. Daartoe hebben wij onderstaande vragen aan uw College geformuleerd.

Wij achten het van groot belang om te weten in hoeverre bij schadeafhandeling is meegewogen of er wolfwerende hekken zijn geplaatst en/of andere op het weren van de wolf gerichte maatregelen zijn getroffen. Dit inzicht is van belang op grond van de volgende overwegingen:

Artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren

  • In artikel 1.6 van het Besluit houders van dieren is in het derde lid bepaald: “een dier wordt, indien het niet in een gebouw wordt gehouden, bescherming geboden tegen slechte weersomstandigheden, gezondheidsrisico’s en zo nodig roofdieren.”
  • Er bestaan wolfwerende hekken die een schaapshouder kan neerzetten om te voorkomen dat een wolf zijn schapen zal aanvallen. Er is dus een mogelijkheid om te voorkomen dat schapen worden doodgebeten.
  • Een schaaphouder die zijn schapen onbeschermd voor de wolf op zijn terrein laat verblijven, overtreedt artikel 1.6 Besluit houders van dieren.

Artikel 6.1 van de Wet Natuurbescherming

  • In artikel 6.1 van de Wet Natuurbescherming is geregeld dat gedeputeerde staten een tegemoetkoming kunnen geven voor schade die is aangericht door de wolf. Per 1 januari dit jaar is dit geregeld in artikel 15.53 van de Omgevingswet.
  • Bepaald is dat de tegemoetkoming slechts wordt verleend voor zover een belanghebbende schade lijdt “die redelijkerwijs niet of niet geheel te zijnen laste behoort te blijven.”
  • Indien een schaaphouder heeft verzuimd om wolfwerende hekken te plaatsen of andere maatregelen te nemen die ertoe hadden kunnen leiden dat de schapen niet door de wolf zouden worden gebeten, is de schade die een wolf eventueel aanricht een schade die ten laste van de schaaphouder komt, omdat hij immers die schade had kunnen voorkomen.

De bepaling die een grondslag geeft voor een schadevergoeding wordt uitgevoerd door B12. Die instantie hanteert de beleidsregel waarin het bovenstaande ook zo is neergelegd.

Het volgende is namelijk bepaald (onderstreping toegevoegd):

Toelichting beleidsregels tegemoetkoming faunaschade

In artikel 6.1 van de wet Natuurbescherming is bepaald dat Gedeputeerde Staten in voorkomende gevallen tegemoetkomingen verlenen in geleden schade door natuurlijk in het wild levende:

a.

vogels van vogelsoorten als bedoeld in artikel 1 van de Vogelrichtlijn, of

b.

dieren die worden genoemd in bijlage IV, onderdeel a, bij de Habitatrichtlijn, bijlage II bij het Verdrag van Bern, bijlage I bij het Verdrag van Bonn of de bijlage, onderdeel a, bij deze wet.

Ter invulling van deze taak en bevoegdheid hebben Gedeputeerde Staten beleidsregels vastgesteld op grond van artikel 4:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht.

Grondgebruikers die schade van beschermde dieren ondervinden, kunnen onder omstandigheden een tegemoetkoming in deze schade krijgen. Uitgangspunt is dat de schade die de grondgebruiker of zijn jachthouder had kunnen voorkomen of beperken niet voor een tegemoetkoming in aanmerking komt. Aanknopingspunt voor het beleid is dat een belanghebbende alles in het werk moet stellen om schade ter voorkomen of te beperken. Het moet voorts gaan om schade die niet tot het normale bedrijfsrisico en het normale maatschappelijke risico van de betrokkene behoort. Een zekere mate van schade door in het wildlevende beschermde dieren dient een ieder voor lief te nemen. De bescherming van have en goed tegenschade door dieren is primair de verantwoordelijkheid van de grondgebruiker zelf. Daarbij is het nemen van maatregelen gericht op het voorkomen van schade een eerste aandachtspunt. Pas als dergelijke maatregelentekort schieten, is schadebestrijding aan de orde.”

Uit het voorgaande blijkt dat indien een schaaphouder een vergoeding krijgt toegekend voor door een wolf gedode schapen terwijl hij geen wolfwerende hekken had aangebracht of anderszins maatregelen had getroffen, is die toekenning dus in strijd met de toepasselijke voorschriften.

Vragen

1. Zijn er aan schapenhouders in Fryslân vergoedingen toegekend in verband met het feit dat schapen door de wolf zijn gedood of verwond? Zo ja, in hoeveel gevallen en voor welke bedragen?

2. Welke wettelijke grondslag bestond er voor die toekenning?

3. Is er naar aanleiding van de aanvraag voor zo’n tegemoetkoming onderzocht of de schaaphouder wolfwerende hekken had geplaatst of andere op het weren van de wolf gerichte maatregelen had getroffen?

4. In hoeveel gevallen is een vergoeding vastgesteld terwijl niet was vastgesteld dat de aanvrager wolfwerende hekken had geplaatst of andere op het weren van de wolf gerichte maatregelen had getroffen?

Indieners

Statenfractie Partij voor de Dieren, M. Brouwer

Datum

4-10-2024

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen FPLG

Lees verder

Mondelinge vragen PvdA, Grienlinks en SP over tweede zoutboorput onder het Wad

Lees verder