Schrif­te­lijke vragen hongerige wolf


Indiendatum: 3 apr. 2024

SCHRIFTELIJKE VRAGEN, ex artikel 42 Reglement van Orde

Gericht aan

GS

Inleidende toelichting

In onze provincie vinden allerhande vormen van jacht en “schadebestrijding” plaats. Dit beleid is niet aangepast met de komst van de wolf. Wetenschappelijk onderzoek geeft daar echter wel aanleiding toe. Terwijl de wetenschap steeds meer kennis vergaard over de wolf en diens leefwijze, kwam onlangs bij onze fractie nog een bericht binnen van afschot van een hoefdier binnen het leefgebied van de wolf.

Uit onderzoek van WUR uit 2021[1] blijkt onder andere:

  • Dat ree een belangrijk deel is van het dieet van de wolf, net als andere hoefdieren zoals zwijnen en herten;
  • De omvang van het territorium van een wolf mede afhankelijk is van de hoefdierdichtheid;
  • Dat wolven kunnen leren dat onvoldoende beschermd vee eveneens een mogelijke voedselbron is, terwijl veebeschermingsmaatregelen daarentegen succesvolle aanvallen drastisch kunnen beperken.

De onderzoekers concluderen dat huidige faunabeheerplannen opnieuw moeten worden bekeken vanwege het mogelijke effect van het afschot van wild op de prooidierbeschikbaarheid voor de wolf.

Vragen

  1. Is uw college bekend met dit onderzoek? Zo nee, waarom is een voor onze provincie relevant onderzoek uit 2021 u niet bekend?
  2. Op welke wijze en wanneer gaat u de resultaten uit onderzoek implementeren in beleid?
  3. Kunt u aangeven hoeveel hoefdieren geschoten zijn in het leefgebied van de wolf, sinds de wolven zich daar gevestigd hebben?
  4. Kunt u aangeven hoeveel vee in dat leefgebied succesvol is aangevallen door wolven in diezelfde periode?
  5. In de praktijk blijken nog steeds hoefdieren afgeschoten te worden in het leefgebied van de wolf. Acht u dit, mede gegeven de uitkomsten van voornoemd onderzoek, verantwoord? Zo ja, op welk onderzoek is dat gebaseerd?

Indiener(s)

PvdD, Menno Brouwer

SP, Hanneke Goede

GrienLinks, Elsa van der Hoek

Datum

3 april 2024


[1] 553564 (wur.nl)

Indiendatum: 3 apr. 2024
Antwoorddatum: 24 apr. 2024

Uw schriftelijke vragen op grond van artikel 42 van het Reglement van Orde, binnengekomen op 3 april 2024 beantwoorden wij als volgt.

Uw inleiding:

In onze provincie vinden allerhande vormen van jacht en “schadebestrijding” plaats. Dit beleid is niet aangepast met de komst van de wolf. Wetenschappelijk onderzoek geeft daar echter wel aanleiding toe. Terwijl de wetenschap steeds meer kennis vergaard over de wolf en diens leefwijze, kwam onlangs bij onze fractie nog een bericht binnen van afschot van een hoefdier binnen het leefgebied van de wolf.

Uit onderzoek van WUR uit 2021[1] blijkt onder andere:

  • Dat ree een belangrijk deel is van het dieet van de wolf, net als andere hoefdieren zoals zwijnen en herten;
  • De omvang van het territorium van een wolf mede afhankelijk is van de hoefdierdichtheid;
  • Dat wolven kunnen leren dat onvoldoende beschermd vee eveneens een mogelijke voedselbron is, terwijl veebeschermingsmaatregelen daarentegen succesvolle aanvallen drastisch kunnen beperken.

De onderzoekers concluderen dat huidige faunabeheerplannen opnieuw moeten worden bekeken vanwege het mogelijke effect van het afschot van wild op de prooidierbeschikbaarheid voor de wolf.

Vraag 1:

Is uw college bekend met dit onderzoek? Zo nee, waarom is een voor onze provincie relevant onderzoek uit 2021 u niet bekend?

Antwoord vraag 1:
Wij zijn bekend met dit onderzoek. Het betreffende onderzoek is gefinancierd en in opdracht van BIJ12, het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Interprovinciaal Overleg (IPO) uitgevoerd.

Vraag 2:

Op welke wijze en wanneer gaat u de resultaten uit onderzoek implementeren in beleid?

Antwoord vraag 2:
Op dit moment wordt in samenwerking tussen IPO, BIJ12, LNV en provincies gewerkt aan een geactualiseerd wolvenplan. Op 12 juli 2022 hebben Provinciale Staten een informerende brief ontvangen -met het kenmerk 02009027- over de stand van zaken van de wolf in IPO-verband. In deze brief schreven wij dat het door u aangehaalde onderzoek -ook het onderdeel faunabeheer- als input dient voor de actualisatie van het interprovinciaal wolvenplan. De oplevering van het geactualiseerde interprovinciaal wolvenplan is eind 2024 beoogd.

Vraag 3:

Kunt u aangeven hoeveel hoefdieren geschoten zijn in het leefgebied van de wolf, sinds de wolven zich daar gevestigd hebben?

Antwoord vraag 3:
In de jaren 2021, 2022 en 2023 zijn in het Friese deel van het leefgebied van de wolf 12562 reeen geschoten. Vanaf 14 december 2021 is er sprake van een definitieve vestiging van een wolf in het zuidoosten van Fryslan. Op andere plaatsen in Fryslan is geen sprake van een definitieve vestiging van een wolf. Wij hebben Provinciale Staten op 23 maart 2022 kenbaar gemaakt — via de brief met het kenmerk 01975111- dat wij daarom een wolvengebied hebben aangewezen en begrensd. In de periode tussen 14 december 2021 tot nu heeft ten behoeve van beheer en schadebestrijding alleen afschot plaatsgevonden van reeen -als hoefdier-.

Vraag 4:

Kunt u aangeven hoeveel vee in dat leefgebied succesvol is aangevallen door wolven in diezelfde periode?

Antwoord vraag 4:
Volgens de gegevens van BIJ123zijn in het Friese deel van het leefgebied gedurende de periode van 14 december 2021 tot en met 9 januari 20244149 bewezen wolvenaanvallen geweest waarbij 591 stuks vee zijn gedood.

Vraag 5:

In de praktijk blijken nog steeds hoefdieren afgeschoten te worden in het leefgebied van de wolf. Acht u dit, mede gegeven de uitkomsten van voornoemd onderzoek, verantwoord? Zo ja, op welk onderzoek is dat gebaseerd?

Antwoord vraag 5:
Het reebeheer in Fryslan vindt plaats op basis van een zogenaamde opdracht op grond van de Wet natuurbescherming (nu: omgevingsvergunning voor een flora- en fauna-activiteit). De opdracht wordt uitgevoerd overeenkomstig de provinciale Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslan'. Deze hebben wij vastgesteld op 18 juni 2019. Het beheer vindt plaats conform het door de Faunabeheereenheid (FBE) opgestelde en door ons goedgekeurde Faunabeheerplan Ree 2020-20246.

De opdracht is aan de FBE verleend om twee redenen:
1. Uitvoeren van beheermaatregelen, waaronder afschot, ten behoeve van de openbare veiligheid, waaronder verkeersveiligheid.
2. Uitvoeren van beheermaatregelen, waaronder afschot, ter voorkoming en bestrijding van onnodig lijden van zieke of gebrekkige dieren.

Het doel van de opdracht is om het aantal aanrijdingen met reeen in Fryslan te beperken tot maximaal 500 per jaar op het vaste land van Fryslan. De FBE dient dit te doen op een planmatige en gecobrdineerde wijze. De FBE werkt bij de uitvoering van de opdracht met een zoneringssysteem. Hiermee wordt per gebied de mate van afschot gerelateerd aan het aantal aanrijdingen en kan er dus gericht worden gestuurd. Dit heeft als voordeel dat verspreiding naar hotspots van aanrijdingen, of het ontstaan van nieuwe hotspots kan worden beperkt/voorkomen.
VVij beschikken niet over aanwijzingen dat deze vorm van faunabeheer tot negatieve effecten leidt op -de voedselbeschikbaarheid van- de wolf. Zo blijkt de reeenpopulatie -en dus de voedselbeschikbaarheid van de wolf- zowel in Drentse kant'als Friese kant van het wolvenleefgebied niet te zijn gedaald. De FBE blijft de komende jaren wel alert op aanwijzingen die daar op kunnen duiden. Indien daarvoor de noodzaak is, zal de FBE daar gepast op acteren.
Voor nu vinden wij het noodzakelijk dat reebeheer blijft plaatsvinden. Stoppen met reebeheer zou kunnen betekenen dat er meer aanrijdingen met reeën -en dus onveilige situaties op wegen- in Fryslân gaan komen. Daarom vinden wij het op dit moment verantwoord om beheer en schadebestrijding toe te blijven passen bij reeën (hoefdieren) in het wolvenleefgebied.

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen spieringvisserij

Lees verder

Schriftelijke vragen FPLG

Lees verder