Vragen over nieuwe geitenstop
Indiendatum: 31 jan. 2022
SCHRIFTELIJKE VRAGEN, ex artikel 42 Reglement van Orde |
Gericht aan GS |
College van Gedeputeerde Staten |
Inleidende toelichting |
In het recente verleden is in de Staten meerdere malen het onderwerp geitenstop in relatie tot de volksgezondheid aan de orde geweest. In februari 2019 heeft dat geleid tot de invoering van een tijdelijke stop op uitbreiding en nieuwbouw van geitenhouderijen in Fryslân. In juli 2019 heeft een meerderheid van Provinciale Staten besloten deze tijdelijke geitenstop niet te verlengen, maar eerst de uitkomsten van nadere lopende deelonderzoeken als onderdeel van het onderzoeksprogramma Veehouderijen Gezondheid Omwonenden (VGO) af te wachten. Vanwege de Coronapandemie en de daarmee gepaard gaande capaciteitsdruk, heeft het RIVM de uitkomsten van de deelonderzoeken naar achteren geschoven. Al snel na de opheffing van de geitenstop, werden de eerste plannen voor de vestiging van twee grootschalige en intensieve geitenhouderijen ingediend, te weten in Boijl en Rinsumageest. In 2021 is het aantal geiten in Fryslân fors toegenomen, met zo’n 10%, zoals door het CBS becijferd is. Het betreft een grotere groei dan het landelijke gemiddelde. Inmiddels zijn er, zoals we in de Leeuwarder Courant van 27 januari 2022 hebben kunnen lezen vier gegadigden, die in de gemeente SWF van start willen. Ook zijn er reeds lopende plannen in de gemeenten Weststellingwerf (3), De Fryske Marren, Smallingerland (2) en Dantumadiel. De gemeente Leeuwarden heeft onlangs een aanvraag voor een nieuwe grootschalige geitenhouderij afgewezen. |
Vragen |
Eén van de argumenten voor de opheffing van de geitenstop was dat er geen sprake zou zijn van een bovenmatige groei door onder meer overloop van bedrijven uit andere provincies waar wel een geitenstop gehandhaafd is. 1. Vindt het college dit argument nog steeds valide, gezien de recente plannen die in de publiciteit komen, en ziet u daaropvolgend nu wel een aanleiding om opnieuw een (tijdelijke) geitenstop in te stellen? Zo ja, is dat voor het college aanleiding om PS een voorstel te doen om opnieuw een geitenstop in te stellen? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten? 2. Zijn er bij uw College nog meer plannen bekend, bovenop de hiervoor genoemde initiatieven? Zo ja, welke plannen zijn dat? 3. Wanneer is voor uw College het kantelmoment - wat betreft de groei in aantal en omvang van geitenhouderijen - voor een advies aan PS om opnieuw een – al dan niet tijdelijke – geitenstop in te stellen? Graag uw antwoord met onderbouwing toelichten. Gemeenten hebben, evenals de Provincie, een ruimtelijk afwegingskader. Gemeentebesturen blijken in de praktijk individueel te worstelen met dit vraagstuk. 4. Bent u het met ons eens dat het beter is om in de provincie één beleidsregel te hebben en dat het Provinciebestuur aan zet is om deze beleidsregel op te stellen en vast te stellen? Zo ja, bent u dan bereid om Provinciale Staten op zeer korte termijn een concreet voorstel te doen? Zo nee, waarom niet? Middels het rapport “GGD-richtlijn medische milieukunde Veehouderij en Gezondheid” van het RIVM uit 2020 wordt het volgende geadviseerd: “wees terughoudend met het plaatsen van gevoelige bestemmingen en veehouderijen binnen 250 meter van elkaar (bij geitenhouderijen binnen 2 kilometer). Gevoelige bestemmingen zijn bijvoorbeeld woningen, scholen, en ziekenhuizen.” De Partij voor de Dieren, Partij van de Arbeid, GrienLinks, Socialistische Partij, D66 en 50PLUS nemen dit advies serieus. Nader onderzoek afwachten is goed, maar geen reden om ondertussen de ontwikkeling van geitenhouderijen in de nabijheid van burgers toe te staan. De gezondheidsrisico’s (bij geitenhouderijen vaker longontstekingen) zijn daarvoor te groot. Zeker in deze casus geldt het credo “bij twijfel niet inhalen”. 5. Hoe lang wil uw College nog wachten op de uitkomsten van de in de inleiding genoemde deelonderzoeken alvorens u zelf actie gaat ondernemen? |
Indiener(s) |
Menno Brouwer, PvdD Hetty Jansen, PvdA Charda Kuipers, GrienLinks Hanneke Goede, SP Danny van der Weijde-Hoogstad, D66 Theun Wiersma, 50PLUS |
Datum |
31-01-2022 |
Indiendatum:
31 jan. 2022
Antwoorddatum: 1 mrt. 2022
Geachte dames Jansen, Kuipers en Goede en de heren Brouwer, Van der Weijde-Hoogstad en Wiersma,
Uw schriftelijke vragen op grond van artikel 42 van het Reglement van Orde, binnengekomen op 31 januari 2022, beantwoorden wij als volgt.
Uw inleiding:
In het recente verleden is in de Staten meerdere malen het onderwerp geitenstop in relatie tot de volksgezondheid aan de orde geweest. In februari 2019 heeft dat geleid tot de invoering van een tijdelijke stop op uitbreiding en nieuwbouw van geitenhouderijen in Fryslân. In juli 2019 heeft een meerderheid van Provinciale Staten besloten deze tijdelijke geitenstop niet te verlengen, maar eerst de uitkomsten van nadere lopende deelonderzoeken als onderdeel van het onderzoeksprogramma Veehouderijen Gezondheid Omwonenden (VGO) af te wachten. Vanwege de Coronapandemie en de daarmee gepaard gaande capaciteitsdruk, heeft het RIVM de uitkomsten van de deelonderzoeken naar achteren geschoven.
Al snel na de opheffing van de geitenstop, werden de eerste plannen voor de vestiging van twee grootschalige en intensieve geitenhouderijen ingediend, te weten in Boijl en Rinsumageest. In 2021 is het aantal geiten in Fryslân fors toegenomen, met zo’n 10%, zoals door het CBS becijferd is. Het betreft een grotere groei dan het landelijke gemiddelde.
Inmiddels zijn er, zoals we in de Leeuwarder Courant van 27 januari 2022 hebben kunnen lezen vier gegadigden, die in de gemeente SWF van start willen. Ook zijn er reeds lopende plannen in de gemeenten Weststellingwerf (3), De Fryske Marren, Smallingerland (2) en Dantumadiel. De gemeente Leeuwarden heeft onlangs een aanvraag voor een nieuwe grootschalige geitenhouderij afgewezen.
Vraag 1:
Vindt het college dit argument nog steeds valide, gezien de recente plannen die in de publiciteit komen, en ziet u daaropvolgend nu wel een aanleiding om opnieuw een (tijdelijke) geitenstop in te stellen? Zo ja, is dat voor het college aanleiding om PS een voorstel te doen om opnieuw een geitenstop in te stellen? Zo nee, kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord vraag 1:
Vooralsnog zien we niet de aanleiding om opnieuw een generieke geitenstop in te stellen.
Wel hebben sommige gemeenten zelf feitelijk een geitenstop (Leeuwarden) of wordt er gebruik gemaakt van het voorzorgsbeginsel (De Fryske Marren), of is er een voorbereidingsbesluit genomen (Weststellingwerf, Sudwest Fryslan). De dienst verkent op dit moment met de genoemde gemeenten op welke wijze beleidsmatig een maatschappelijk gedragen geitenhouderij in Fryslan eruit kan zien. Wanneer dit traject is afgerond, zullen we u als PS hierover informeren (zie ook de verdere toelichting over dit traject bij het antwoord op vraag 4). Ook dit is een reden om nu niet te streven naar een generieke geitenstop.
Vraag 2:
Zijn er bij uw College nog meer plannen bekend, bovenop de hiervoor genoemde initiatieven? Zo ja, welke plannen zijn dat?
Antwoord vraag 2:
Nee. Wel kunnen we u verwijzen naar algemene informatie. Zo is er in de databank van de Provincie nu een veertigtal geitenbedrijven bekend. Zie het Dashboard Landbouw van de Provincie. Hierbij moet worden opgemerkt dat het analyseren van de geitenaantallen vanzelfsprekend een dynamisch proces is; bedrijven stoppen en starten. Ook de grootte van de bedrijven speelt mee. Naast de gegevens uit het dashboard, zijn er momenteel vijf bedrijfsaanvragen die bij elkaar 4500 dieren wensen.
Vraag 3:
Wanneer is voor uw College het kantelmoment - wat betreft de groei in aantal en omvang van geitenhouderijen - voor een advies aan PS om opnieuw een – al dan niet tijdelijke – geitenstop in te stellen? Graag uw antwoord met onderbouwing toelichten.
Gemeenten hebben, evenals de Provincie, een ruimtelijk afwegingskader. Gemeentebesturen blijken in de praktijk individueel te worstelen met dit vraagstuk.
Antwoord vraag 3:
Dit kantelmoment is niet bepaald. In Fryslân streven we naar een grondgebonden, natuurinclusieve kringlooplandbouw. We erkennen de economische waarde van de agrarische sector en verkennen graag hoe een maatschappelijk aanvaardbaar bedrijfsmodel voor de geitenhouderij er in de toekomst uit kan komen te zien. De afwegingskaders hiervoor zullen in een gezamenlijk proces met gemeenten de komende tijd worden besproken (zie beantwoording vraag 4). Er is geen momentum voor een advies aan PS om opnieuw een — al dan niet tijdelijke — geitenstop in te stellen.
Vraag 4:
Bent u het met ons eens dat het beter is om in de provincie één beleidsregel te hebben en dat het Provinciebestuur aan zet is om deze beleidsregel op te stellen en vast te stellen? Zo ja, bent u dan bereid om Provinciale Staten op zeer korte termijn een concreet voorstel te doen? Zo nee, waarom niet?
Middels het rapport “GGD-richtlijn medische milieukunde Veehouderij en Gezondheid” van het RIVM uit 2020 wordt het volgende geadviseerd: “wees terughoudend met het plaatsen van gevoelige bestemmingen en veehouderijen binnen 250 meter van elkaar (bij geitenhouderijen binnen 2 kilometer). Gevoelige bestemmingen zijn bijvoorbeeld woningen, scholen, en ziekenhuizen.”
De Partij voor de Dieren, Partij van de Arbeid, GrienLinks, Socialistische Partij, D66 en 50PLUS nemen dit advies serieus. Nader onderzoek afwachten is goed, maar geen reden om ondertussen de ontwikkeling van geitenhouderijen in de nabijheid van burgers toe te staan. De gezondheidsrisico’s (bij geitenhouderijen vaker longontstekingen) zijn daarvoor te groot. Zeker in deze casus geldt het credo “bij twijfel niet inhalen”.
Antwoord vraag 4:
Wij verkennen graag hoe een maatschappelijk gedragen geitenhouderijsector in Fryslân in de toekomst eruit kan komen te zien, daarbij horen diverse afwegingskaders waar eventuele gezondheidsrisico's er een van is.
Wij zijn het met u eens dat het beter is om tot een beleidsregel te komen, daarbij hebben Provincie en gemeenten ieder hun eigen rol. Deze rol zal moeten worden beschreven. Het proces om te verkennen hoe een maatschappelijk gedragen geitenhouderijsector in Fryslân in de toekomst eruit kan komen te zien, is reeds gestart. Gezamenlijk met de gemeenten waar dit vraagstuk het meeste speelt, namelijk Weststellingwerf, Sudwest-Fryslan, De Fryske Marren en Leeuwarden wordt hier uitvoering aan gegeven.
lnmiddels is bekend gemaakt dat de Raad van State vindt dat er op basis van de huidige wetenschappelijke kennis onvoldoende verband te leggen is tussen longontsteking en geitenhouderijen en om op basis hiervan nieuwe vestigingen van de bedrijven tegen te houden.
Deze uitspraak is gedaan om zaken rond geitenhouderijen in het Utrechtse Abcoude en Overijsselse Mastenbroek (Uitspraak 202004640/1/R4 en uitspraak 202002286/1/R4).
Vraag 5:
Hoe lang wil uw College nog wachten op de uitkomsten van de in de inleiding genoemde deelonderzoeken alvorens u zelf actie gaat ondernemen?
Antwoord vraag 5:
Zoals uit de voorgaande antwoorden blijkt, wachten we de resultaten van het VGO-onderzoek niet af. Het proces om te komen tot een gezamenlijke beleidslijn is reeds gestart.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Vragen over schietincident Boksumerdyk
Lees verderVragen over afschot vos zonder vrijstelling
Lees verder