Vragen over schiet­in­cident Boksu­merdyk


Indiendatum: dec. 2021

SCHRIFTELIJKE VRAGEN, ex artikel 42 Reglement van Orde

Gericht aan

Gedeputeerde Staten

Inleidende toelichting

Onlangs is een bewoonster van Frijlan aan de Boksumerdyk in Leeuwarden op eigen terrein geraakt door hagel van een jager. Bij brief van 30 december 2021 zijn de Staten daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld door de bewoners van Frijlan en het bestuur van de Stichting Permacultuur Friesland. In deze brief worden verschillende onregelmatigheden en mogelijke overtredingen van wet- en regelgeving aangekaart tijdens een hazenjacht op het terrein van Dairy Campus. De fracties van de Partij voor de Dieren, de SP en GrienLinks hebben daarover de volgende vragen:

Vragen

1 Hoe kwalificeert u het optreden van deze groep jagers jegens de bewoners van Frijlan en de Stichting Permacultuur Friesland?

2 Hoeveel klachten over het optreden van jagers komen er op jaarbasis binnen bij FBE, Provincie en/of politie? Graag een specificatie van de verschillende soorten klachten.

3 Hoe worden deze klachten geregistreerd en welke acties worden vanuit de genoemde drie organisaties ondernomen?

4 Wat voor maatregelen gaat u op welke termijn nemen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen?

5 Wat voor kwaliteitseisen worden er aan jagers en jagersverenigingen (wildbeheereenheden) gesteld en hoe wordt gemonitord dat deze eisen worden nageleefd?

De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging heeft begin 2021 vermeld dat voor het vierde jaar op rij het ledenaantal is gegroeid. Ten opzichte van 2020 liet het aantal leden van de KNJV een groei zien van 20.832 naar 20.970.

6 Aangezien de draagkracht van de natuur duidelijke grenzen heeft, zou er op zijn minst een maximum moeten worden gesteld aan het totaal van het aantal jagers. Is dat zo? En zo ja, wat is dan het maximale quotum? Zo nee, waarom niet?

Op 3 november 2020 zijn, zoals u bekend is, haas en konijn toegevoegd van de rode lijst van bedreigde zoogdieren. Naar aanleiding daarvan heeft een meerderheid van de Tweede Kamer de Minister van LNV opgeroepen de jacht op haas en konijn te verbieden. De Minister heeft daar als het bevoegd gezag tot op heden nog geen gevolg aan gegeven. Dat ontslaat u echter niet van uw verantwoordelijkheden aangaande het provinciale faunabeheer.

7 Bent u met ons van mening dat verkeersveiligheid en landbouwschade en/of andere schade bij de jacht op deze diersoorten geen rol speelt ?

8 Zo ja, bent u dan bereid om met de Faunabeheereenheid in overleg te treden met het doel te bevorderen dat binnen Fryslân wordt gestopt met de jacht op haas en konijn? Zo nee, waarom niet?

Er zijn in 2020 blijkens het jaarverslag van de FBE in Fryslân bijna 4000 hazen en 650 konijnen geschoten. Dat zijn grote aantallen voor soorten die de afgelopen decennia met zo’n 60% in aantal zijn afgenomen. Van de ook onder druk staande populatie van wilde eenden zijn er in 2020 meer dan 7000 geschoten.

9 Wat is het percentage van het totaal aantal in Fryslân voorkomende hazen, konijnen en wilde eenden dat op jaarbasis geschoten wordt?

10 Is er een maximum vastgesteld aan het aantal dieren dat mag worden afgeschoten en op basis van welk wetenschappelijk onderzoek is dit aantal vastgesteld?

Uit de informatie van de bewoners blijkt dat de jachtpartij heeft plaatsgevonden op het terrein van Dairy Campus. Dairy Campus krijgt subsidie van de provincie Fryslân voor de ontwikkeling en implementatie van landbouwinnovaties op het gebied van duurzame en natuurinclusieve landbouw.

11 De fracties zijn van mening dat plezierjacht op hazen (en wilde eenden) op het terrein van Dairy Campus zich niet verhoudt met de doelstellingen van deze organisatie. Bent u dat met ons eens? Zo ja, bent u bereid dat mee te nemen in uw overleg met Dairy Campus? Zo nee, waarom niet?

Indiener(s)

PvdD, Menno Brouwer

SP, Hanneke Goede

GrienLinks, Jochem Knol

Datum

31 december 2021

Geachte mevrouw Goede, heer Brouwer en heer Knol,

Uw schriftelijke vragen op grond van artikel 42 van het Reglement van Orde, binnengekomen op 31 december 2021 beantwoorden wij als volgt.

Uw inleiding

Onlangs is een bewoonster van Frijlan aan de Boksumerdyk op eigen terrein geraakt door hagel van een jager. Bij brief van 30 december 2021 zijn de Staten daarvan schriftelijk op de hoogte gesteld door de bewoners van Frijlan en het bestuur van de Stichting Permacultuur Friesland. In deze brief worden verschillende onregelmatigheden en mogelijke overtredingen van wet- en regelgeving aangekaart tijdens een hazenjacht op het terrein van Dairy Campus. De fracties van de Partij voor de Dieren, de SP en GrienLinks hebben daarover de volgende vragen:

Vraag 1:

Hoe kwalificeert u het optreden van deze groep jagers jegens de bewoners van Frijlan en de Stichting Permacultuur Friesland?

Antwoord vraag 1:

Wij beschikken over niet meer informatie dan het stukje in de Leeuwarder Courant en de brief die de direct betrokken bewoners hebben gestuurd aan de provincie. Uit de brief van de bewoners blijkt dat er sprake was van jacht op hazen. Daarbij is volgens de bewoners een aantal overtredingen begaan. Zij hebben daarvan volgens de brief aangifte gedaan bij de politie. Uit de brief maken wij ook op dat van deze situatie een proces verbaal opgemaakt is door de politie. Het is de bevoegdheid van de politie om meldingen van incidenten bij jacht te onderzoeken, hierbij de ware toedracht in beeld te brengen en mogelijke overtredingen te constateren. Op basis van het artikel uit de krant en de brief kunnen wij geen objectief oordeel over de situatie vormen. Of er sprake is van onzorgvuldig handelen moet blijken uit het proces verbaal.

Vraag 2:
Hoeveel klachten over het optreden van jagers komen er op jaarbasis binnen bij FBE, Provincie en/of politie? Graag een specificatie van de verschillende soorten klachten.

Vraag 3:
Hoe worden deze klachten geregistreerd en welke acties worden vanuit de genoemde drie organisaties ondernomen?

Antwoord vraag 2 en 3:
Provincie en FBE hebben geen bevoegdheden om op te treden bij klachten over jagers. Deze taak ligt bij de Fumo en bij de politie. Bij het Klant Contact Centrum van de provincie zijn tot op heden geen klachten binnen gekomen over het optreden van jagers of vergelijkbare incidenten.
Bij de FBE komen circa vijf klachten per jaar binnen. Het betreft over het algemeen klachten over het feit dát er gejaagd wordt. De FBE vraagt eventuele klagers altijd om de klacht op schrift te stellen. De ervaring is tot nu toe dat hieraan nooit gevolg is gegeven. De FBE doet dan verder ook niks met deze klachten en registreert deze ook niet. Mocht de klacht betrekking hebben op mogelijke illegale handelswijze van jagers dan zal de FBE de klager doorverwijzen naar de Fumo of de politie.
Bij de Fumo komen jaarlijks vijf tot tien klachten per jaar binnen over jachtactiviteiten. Dit is vooral de laatste twee jaren het geval. Het merendeel van de klachten is afkomstig van personen die moeite hebben met jacht of er tegen zijn. Bij geen van de meldingen is tot nu toe volgens de Fumo sprake van overtreding en is er ook geen reden geweest om op te treden.
Uit navraag blijkt dat de politie geen afzonderlijke registratie (in de zin van een bestand) van incidenten met jachtaktehouders bij houdt. Registratie door de politie vindt plaats op basis van een individuele melding/incident. Deze komt veelal binnen via de Meldkamer. Daarna wordt ook de Afdeling Korpscheftaken op de hoogte gesteld. Deze afdeling gaat over het verstrekken van jachtaktes. Deze meldingen worden wel bekeken op het moment dat jaarlijks de jachtaktes moeten worden beoordeeld na verzoek tot verlenging.

Vraag 4:
Wat voor maatregelen gaat u op welke termijn nemen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen?

Antwoord vraag 4:
Jacht wet- en regelgeving en het toezicht hierop zijn geen bevoegdheid en taak van de provincie. Wet- en regelgeving is de bevoegdheid van het Rijk en toezicht en handhaving hierop is aan de Fumo en de politie. De politie heeft hierbij in algemene zin de taak om toe te zien op de Wet wapens en munitie en de Wet natuurbescherming en de Fumo op illegale activiteiten in relatie tot soortenbescherming. Vanuit deze bevoegdheidsverdeling zien wij derhalve geen rol voor de provincie om maatregelen te nemen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen.

Vraag 5:
Wat voor kwaliteitseisen worden er aanjagers en jagersverenigingen (wildbeheereenheden) gesteld en hoe wordt gemonitord dat deze eisen worden nageleefd?

Antwoord vraag 5:
Om te mogen jagen hebben jagers een jachtakte nodig. Een jachtakte kan iemand krijgen die met goed gevolg een cursus Jacht en Faunabeheer van de Stichting Jachtopleidingen Nederland heeft afgesloten en als bewijs daarvan een jachtdiploma heeft ontvangen. Het Ministerie van [NV stelt de eisen vast waaraan een jachtexamen moet voldoen. In deze opleiding wordt ruim aandacht gegeven aan de wettelijke eisen die voor de jacht gelden.
Naast een jachtdiploma geldt voor het verkrijgen van een jachtakte ook dat de aanvrager verzekerd is voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens de uitoefening van de jacht en aantoont over jachtmogelijkheid te beschikken in Nederland. Een jachtakte moet elk jaar opnieuw worden aangevraagd bij de afdeling Korpscheftaken van de politieregio waarin de jager woont. De artikelen 3.20 tot en met 3.30 van de Wet natuurbescherming bevatten regels voor de uitoefening van de jacht.
De Wet natuurbescherming stelt in artikel 3.14 regels voor wildbeheereenheden. Lid 1 van dit artikel luidt: 'Jachthouders met een jachtakte organiseren zich met anderen in een wildbeheereenheid, die de rechtsvorm van een vereniging heeft, ter uitvoering van het door de faunabeheereenheid vastgestelde faunabeheerplan en om te bevorderen dat een duurzaam beheer van populaties van in het wild levende dieren, bestrijding van schadeveroorzakende dieren en jacht worden uitgevoerd in samenwerking met en ten dienste van grondgebruikers of terreinbeheerders. Ook grondgebruikers en terreinbeheerders kunnen lid worden van de vereniging.'

Art. 3.14 lid 2 bepaalt dat Provinciale Staten bij verordening regels stellen waarin in hun provincie werkzame wildbeheereenheden moeten voldoen. Die regels hebben in elk geval betrekking op de omvang en begrenzing van het gebied waarover zich de zorg van de wildbeheereenheid kan uitstrekken, en de gevallen waarin en voorwaarden waaronder jachthouders zijn uitgezonderd van het eerste lid. Hoofdstuk 4 van de Verordening Wet natuurbescherming Fryslán bevat regels voor wildbeheereenheden. Hierin worden voorschriften gesteld over omvang en begrenzing van werkgebieden van wildbeheereenheden (art. 4.1),
lidmaatschap van een wildbeheereenheid (art. 4.2), geschillen (art. 4.3 en 4.4) en werkzaamheden van een WBE (art. 4.5). Wij verwijzen u graag naar deze artikelen uit de Verordening. Het betreft hier organisatorische randvoorwaarden en niet de wijze waarop de jacht moet worden uitgevoerd. Zoals eerder aangegeven gaat de provincie daar ook niet over.

Uw inleiding
De Koninklijke Nederlandse Jagersvereniging heeft begin 2021 vermeld dat voor het vierde jaar op rij het ledenaantal is gegroeid. Ten opzichte van 2020 liet het aantal leden van de KNJV een groei zien van 20.832 naar 20.970.

Vraag 6:
Aangezien de draagkracht van de natuur duidelijke grenzen heeft, zou er op zijn minst een maximum moeten worden gesteld aan het totaal van het aantal jagers. Is dat zo? En zo ja, wat is dan het maximale quotum? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 6:
In Nederland zijn momenteel circa 28.000 personen met een jachtakte en dus actief als jager. Hiervan zijn er circa 21.000 lid van de Jagersvereniging. Daarnaast zijn er
circa 4500 lid van de Nederlandse Organisatie voor Jacht en Grondbeheer (NOJG). De rest is niet bij een van deze beide organisaties aangesloten. In Fryslân zijn volgens de Afdeling Korpscheftaken van de politie momenteel circa 1550 jachtaktehouders.
Het staat eenieder vrij om lid te worden van een vereniging of een jachtopleiding te volgen. Het feit dat men lid wordt van de Jagersvereniging of een jachtopleiding volgt betekent niet automatisch dat iemand kan gaan jagen of dat er meer jagers bij komen. Voor het mogen jagen is, zoals eerder aangegeven een jachtakte vereist, die door de politie wordt verstrekt.
Een jachtakte wordt bovendien alleen verstrekt indien de aanvrager ook een jachtveld heeft van minimaal 40 hectare waarop hij of zij kan jagen en waarop niet ook al een andere jager een jachtakte heeft ontvangen. Dit wordt door de politie jaarlijks gecontroleerd en beoordeeld, omdat een jager elk jaar weer opnieuw zijn jachtakte moet verlengen bij de politie.
Het is in de praktijk niet makkelijk om aan een jachtveld te komen omdat er al veel jachtvelden bezet zijn. Dat stelt in de praktijk dus een limiet aan het aantal actieve jagers. Wel is het mogelijk dat een jager als gast mee kan tijdens een jachtdag. Ook komt het voor dat jagers alleen maar actief zijn in het buitenland en niet in Nederland. In de praktijk stoppen er jaarlijks ook veel jagers en verlengen hun jachtakte niet. De vrijgekomen jachtvelden worden dan door andere jagers ingenomen. Dit kunnen jagers zijn die er een jachtveld bij nemen, maar dit kunnen ook nieuwe jagers zijn, die tot dan toe zelf niet over een jachtveld beschikten.

Uw inleiding
Op 3 november 2020 zijn, zoals u bekend is, haas en konijn toegevoegd van de rode lijst van bedreigde zoogdieren. Naar aanleiding daarvan heeft een meerderheid van de Tweede Kamer de Minister van LNV opgeroepen de jacht op haas en konijn te verbieden. De Minister heeft daar als het bevoegd gezag tot op heden nog geen gevolg aan gegeven. Dat ontslaat u echter niet van uw verantwoordelijkheden aangaande het provinciale faunabeheer.

Vraag 7:
Bent u met ons van mening dat verkeersveiligheid en landbouwschade en/of andere schade bij de jacht op deze diersoorten geen rol speelt?

Antwoord vraag 7:
Jacht betreft het wettelijk recht van een jachthouder om door het Rijk aangewezen in het wild levende diersoorten te mogen oogsten (wildsoorten). Vanuit dat recht beschouwd is er geen relatie met schade aan wettelijke belangen. Dat op zichzelf staande recht, dat door de Minister van LNV via de Wet natuurbescherming is toekend aan jachthouders staat derhalve los van de vraag of jachtsoorten schade veroorzaken. De Wet natuurbescherming gaat er wel vanuit dat schade door soorten waarop gejaagd mag worden moet worden beperkt door jacht. Dat betekent dat jacht op deze soorten mede in dienst moet staan van het beperken van de schade die zij toebrengen. Voor wat betreft hazen is er geen noemenswaardige schade in Fryslân aan de orde. Konijnen veroorzaken op sommige plekken schade aan sportvelden, kerkhoven, dijken of kampeerterreinen. In dat verband kan jacht bijdragen aan het verminderen van deze schade.

Vraag 8:
Zo ja, bent u dan bereid om met de Faunabeheereenheid in overleg te treden met het doel te bevorderen dat binnen Fryslân wordt gestopt met de jacht op haas en konijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 8:
Haas en konijn zijn door de Minister van LNV op de zogenaamde wildlijst geplaatst. De provincie noch de FBE heeft de bevoegdheid om de jacht op deze soorten te stoppen of doen stoppen. Het ligt dus niet op onze weg om hierover in gesprek te gaan met de FBE en het ligt niet op de weg van de FBE om de jacht op haas en konijn in Fryslân te stoppen.

Uw inleiding
Er zijn in 2020 blijkens het jaarverslag van de FBE in Fryslân bijna 4000 hazen en 650 konijnen geschoten. Dat zijn grote aantallen voor soorten die de afgelopen decennia met zo'n 60% in aantal zijn afgenomen. Van de ook onder druk staande populatie van wilde eenden zijn er in 2020 meer dan 7000 geschoten.

Vraag 9:
Wat is het percentage van het totaal aantal in Fryslân voorkomende hazen, konijnen en wilde eenden dat op jaarbasis geschoten wordt?

Antwoord vraag 9:
Deze gegevens worden naar ons weten niet geregistreerd. Zie verder vraag 10.

Vraag 10:
Is er een maximum vastgesteld aan het aantal dieren dat mag worden afgeschoten en op basis van welk wetenschappelijk onderzoek is dit aantal vastgesteld?


Antwoord vraag 10:
Er is in de Wet natuurbescherming of door de Minister van LNV geen maximum vastgesteld aan het aantal dieren dat tijdens de jacht geschoten mag worden.
Op grond van de Wet natuurbescherming (3.22 lid 5) wordt de jacht niet geopend op soorten waarvan de staat van instandhouding in het geding is. Op basis van de Wet natuurbescherming zal de Minister van LNV de staat van instandhouding van wildsoorten moeten waarborgen. Wij gaan er vanuit dat als de Minister van LNV oordeelt dat soorten op de jachtlijst geplaatst kunnen worden, de Minister daar ook een afdoende onderbouwing bij levert ten aanzien van de staat van instandhouding van de betreffende soorten en de effecten van de jacht hierop.
Als een diersoort door de Minister op de jachtlijst is geplaatst is het vervolgens conform art. 3.20 lid 3 Wnb 'aan de jachthouder om een redelijke wildstand van de in zijn jachtveld aanwezige wild te handhaven, dan wel, bij het ontbreken daarvan, te bereiken'. De Wnb legt de verantwoordelijkheid voor de goede wildstand dus nadrukkelijk bij de jachthouder.

Uw inleiding
Uit de informatie van de bewoners blijkt dat de jachtpartij heeft plaatsgevonden op het terrein van Dairy Campus. Dairy Campus krijgt subsidie van de provincie Fryslân voor de ontwikkeling en implementatie van landbouwinnovaties op het gebied van duurzame en natuurinclusieve landbouw.

Vraag 11:
De fracties zijn van mening dat plezierjacht op hazen (en wilde eenden) op het terrein van Dairy Campus zich niet verhoudt met de doelstellingen van deze organisatie. Bent u dat met ons eens? Zo ja, bent u bereid dat mee te nemen in uw overleg met Dairy Campus? Zo nee, waarom niet?


Antwoord vraag 11:
De doelstellingen van Dairy Campus: nationaal kenniscentrum met meerdere functies rondom innovatie, onderzoek, educatie en praktijk voor de melkveehouderij en zuivelketen. Op basis van een programmatische visie Dairy 2030 is er de ambitie om te komen tot een innovatieketen voor de gehele zuivelketen die ook een goede rol kan spelen bij de transitie naar een circulaire en natuurinclusieve zuivelketen. Hoewel jacht kan worden ervaren als strijdig met een natuurinclusieve zuivelketen sluit deze doelstelling naar onze mening jacht op voorhand ook niet uit. Voor de volledigheid merken wij wel op dat wij geen grondeigenaar zijn. Daarmee zijn wij geen jachthouder en hebben wij niet de mogelijkheid om te bepalen of er wel of geen jacht plaatsvindt op de gronden van Dairy Campus. Het bedrijf is
grondeigenaar en beslist wat wel en niet toegestaan is. Wij hebben wel contact opgenomen met de Dairy Campus. Zij hebben aangegeven dit verder intern te zullen bespreken.

Interessant voor jou

Vragen over vossenjacht

Lees verder

Vragen over nieuwe geitenstop

Lees verder