Inbreng bij Land­bou­wa­genda


23 september 2021

Dank u voorzitter,

De Friese ambitie voor de landbouw is om van een viersterrenlandbouw een vijfsterrenlandbouw te maken, waarbij de vijfde ster een groene ster is. Daar hebben we de gedeputeerde wel vaker over bevraagd, de vier- en vijfsterrenlandbouw. Wat houden deze kwalificaties in? Wanneer is er sprake van een viersterren landbouw en wanneer van een vijfsterren landbouw? En van hoeveel procent van het totaal moet de bedrijfsvoering zodanig zijn dat ze tot het predicaat groen behoren? Kan de grootschalige industriële landbouw daar ook onder worden vervat of blijven die steken bij maximaal vier sterren of minder? Zonder prestatie-indicatoren daaraan te koppelen, blijven het holle uitspraken waar niemand iets mee kan. Graag een reflectie daarop van de gedeputeerde.

Een boer kan niet groen doen als hij rood staat, staat in de landbouwagenda te lezen. De sector, en dan met name de veehouderij, is al decennia lang structureel verliesgevend en wordt alleen in stand gehouden door omvangrijke financiële steun vanuit de Europese Unie, het Rijk en de Provincie. Reken je daarbij nog de klimaat- en milieukosten van de gangbare landbouw die door de belastingbetaler worden opgehoest, dan is er maar één conclusie mogelijk. Een fundamentele transitie van de landbouw naar een natuurinclusieve kringlooplandbouw is noodzakelijk. Pas dan kan er sprake zijn van een gezond systeem. Of om het anders te zeggen, een boer kan beter groen doen als hij in de huidige landbouwsystematiek rood staat.

In economische termen is het aandeel van de primaire landbouwsector van het Bruto Binnenlands Product beperkt. Bedraagt de bijdrage van het gehele agrofood complex aan het Bruto Binnenlands Product landelijk nog zo’n 6,4%, het aandeel van de primaire sector bedraagt 1,4% van het BBP. De cijfers zijn afkomstig van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Vaak worden de cijfers van de gehele voedselketen gehanteerd als we het hebben over de landbouw, die komen partijen vaak beter uit.

Ook op economisch gebied wordt in de Landbouwagenda geen keuze gemaakt. We blijven gewoon doorgaan met in te zetten op de export middels de grootschalige gangbare industriële landbouw in plaats van vol in te zetten op de uitrol en uitbouw van de natuurinclusieve landbouw. Zoals gezegd, kan de Nederlandse boer op de wereldmarkt de concurrentie niet zonder de forse landbouwsubsidies aan, dat is op lange termijn niet houdbaar. De bakens kunnen alleen worden verzet wanneer er primair gekozen wordt voor de transitie naar natuurinclusieve landbouw. Daar liggen de kansen voor de landbouwsector. Daar zou dus ook in de provinciale landbouwagenda de nadruk op moeten liggen. Is de gedeputeerde dat met ons eens en zo ja, is hij dan bereid de landbouwagenda op dit punt aan te scherpen?

De Rekenkamer heeft in haar rapport “Zoektocht naar duurzaamheid in het landbouwbeleid”, dat in de Statenvergadering van november van 25 november 2020 is behandeld, de zere vinger gelegd bij het gebrek aan monitoring en prestatie-indicaties, waardoor van een bedrag van maar liefst 21 miljoen euro niet of nauwelijks bekend is waar dat aan besteed is. In grote meerderheid heeft de Staten uw College de opdracht gegeven om de aanbevelingen van de rekenkamer te betrekken bij de verdere uitvoering van het landbouwbeleid. We zien daar in de landbouwagenda niets of in het beste geval zeer weinig van terug. Ook zijn er in november jl. moties aangenomen over het stellen van concrete doelen en de monitoring van de vijfsterren landbouw. Ik zie ook daar in de uitwerking weinig van terug. Zoals ik met meerdere collega’s in de oordeelvormende commissievergadering aan de orde heb gesteld, ontbreekt in de landbouwagenda een concrete stip op de horizon en bijbehorende mijlpalen: waar gaan we naartoe en welke stappen moeten we daarvoor zetten? Voor de Staten is dat minimaal noodzakelijk om haar controlerende rol te kunnen uitvoeren.

De Landbouwagenda is niet gestoeld op nieuw beleid. U verwijst naar de doelstelling voor duurzame landbouw uit de beleidsbrief van juni 2017 die in het bestuursakkoord overgenomen: Deze doelstelling luidt als volgt, en ik citeer uit de beleidsbrief:

De provincie Fryslân streeft naar een duurzame, natuurinclusieve landbouw in 2025. Een landbouw die grondgebonden en circulair is, bijdraagt aan het herstel van de biodiversiteit, maatschappelijk draagvlak heeft én, niet in de laatste plaats, duurzaam economisch renderend is.

Het College heeft deze doelstelling inderdaad overgenomen, alleen heeft u het jaartal 2025 eruit gehaald. En dat zonder uitleg. Betekent dit soms dat de gestelde datum uit de beleidsbrief duurzame landbouw niet wordt gehaald? Als het antwoord daarop bevestigend is, zou het dan niet meer dan logisch zijn dat de Staten worden geïnformeerd over de oorzaken daarvan en dat er door GS nadere voorstellen worden gedaan met een nieuwe tijdsplanning wanneer deze ambitie dan wel kan worden gerealiseerd? Deze landbouwagenda is daar dan toch het geëigende instrument voor? Graag een reactie van de gedeputeerde.

Voorzitter, De Tweede Kamer en de Eerste Kamer hebben voor de zomer een drietal wijzigingen van de wet Dieren aangenomen, die onder meer regelen dat de stalsystemen worden aangepast aan de dieren in plaats van andersom en dat de dieren beter beschermd moeten worden tegen stalbranden.

Deze wijzigingen hebben consequenties voor de bedrijfsvoering van de agrarische bedrijven. Om die reden is het logisch de implicaties van deze nieuwe wet mee te nemen in de Landbouwagenda. Wij hebben daarvoor een motie “Houderijsystemen” opgesteld met het verzoek dat de aanpassing van stalsystemen als aparte thematiek meegenomen wordt en de consequenties daarvan in beeld gebracht worden en tevens PS over de voortgang periodiek te informeren. GrienLinks, de SP en D66 zijn mede-indiener van de motie.

Tot slot voorzitter, dienen wij de motie van GrienLinks “Consumentenkant uitwerken” en de motie van GrienLinks/PvdA “Duidelijkheid gebiedsgerichte aanpak en effectieve inzet actiepunten” mee in. Ook de moties van de SP “Peilverhoging Noordelijk kleigebied” en “digitale enquête boeren” dienen wij mee in, evenals de motie van de ChristenUnie “Routekaart van transitiefonds maken” en tot slot ook de motie van D66 “Eerlijk communiceren over de gevolgen voor de veestapel”.

Voorzitter dank u wel.

Interessant voor jou

Aanbieden petitie tegen schieten damherten

Lees verder

Inbreng bij Initiatiefvoorstel Naar een schone en gezonde leefomgeving

Lees verder