Inbreng bij nota Fauna­beleid


26 mei 2021

Dieren zijn levende wezens met een intrinsieke waarde en hebben gevoelens en emotie. De Partij voor de Dieren vindt dat wij als samenleving en als individu met respect en met mededogen met onze medebewoners van deze aarde om moeten gaan. Waarom zou een dier minder bestaansrecht hebben dan een mens? Op welke drogreden is dat gebaseerd? Zelfs een klein beetje van deze manier van denken mis ik in de nota Faunabeleid. Misschien kan de heer Fokkinga hier op reflecteren?

Welke provincie in Nederland is het meest dieronvriendelijk? Als daarover een verkiezing zou worden gehouden, gooit Fryslân hoge ogen deze te winnen. Een vijfsterren industriële landbouw in doodstille groene raaigrasweiden, dat is de facto het toekomstbeeld van de ambitie van dit college en deze coalitie. Geluk op 1 is het coalitiecredo, maar dat geldt niet voor de dieren. Dieren in de natuur worden beschouwd als lastpakken want die komen wel eens in de bewoonde wereld. Reeën en damherten steken wegen over en eten van de gewassen. Ganzen doen zich te goed aan het schier oneindige eiwitrijke gras (geef ze eens ongelijk). Plaagdieren, zoals muskusratten, muizen, verwilderde duiven en aanverwante soorten roeien we uit. En de roofdieren die een bedreiging vormen voor de enige knuffeldieren (te weten de weidevogels) die we nog tolereren, zijn nu aan de beurt.

Predatiebeheer wordt het afschieten van roofdieren met een deftig woord genoemd. De visie van het college op het gewenste faunabeleid is met dat ene woord samengevat. Afschot van roofdieren is symptoombestrijding dat niets oplost. De teloorgang van de leefomgeving van de dieren moet worden aangepakt om te komen tot een duurzame oplossing. Wat betreft het boerenland is er een drastische omslag nodig naar natuurinclusieve landbouw. Meer kruidenrijk gras, meer bodembiodiversiteit en minder stikstofdepositie betekent meer biodiversiteit, meer insecten (dus meer voedsel voor weidevogels) en minder chemische bestrijdingsmiddelen in het milieu. De natuur moet weer in evenwicht gebracht worden met de omgeving.

Nog zo’n rariteit. Haas en Konijn zijn dermate in aantal afgenomen dat de Zoogdierenvereniging ze op de bekende rode lijst van niet bejaagbare diersoorten heeft gezet. Meestal leidt dat vroeg of laat tot een jachtverbod, maar de minister heeft daar tot op heden geen gevolg aan gegeven, ondanks een oproep van een meerderheid van de tweede kamer. Ik heb daarover de volgende vraag aan het college: Is uw college bereid om in deze kwestie - gegeven de slechte wildstand - over de eigen schaduw heen te stappen en er bij de minister op aan te dringen zo snel mogelijk een jachtverbod op Haas en Konijn in te voeren nu deze diersoorten op de rode lijst staan?

Ik keer weer terug naar de beleidsnota. Deze nota lijkt uitgebreid maar wij zien deze vooral als een uitwerking van de Wet Natuurbescherming met inzet op maximaal afschot. Ik teken hierbij aan dat binnen de Wet Natuurbeheer afschot pas als laatste middel geoorloofd is. Pas nadat gebleken is dat er geen preventie- en voorzorgsmaatregelen meer voorhanden zijn, kan worden overgegaan tot een beheerplan met afschot. Eigenlijk is de letter van de wet exact het omgedraaide van uw insteek. De wettekst zegt in feite dat u eerst maximaal moet inzetten op preventie en voorzorg en als dat niet helpt pas als laatste optie tot afschot kunt besluiten. Is de gedeputeerde dat met mij eens?

De bedoeling van de nota is dat deze kaders stelt voor de huidige en toekomstige maatschappelijke vraagstukken. In de nota ontbreken naar onze mening duidelijke kaders en criteria, zoals ook door enkele insprekers bij de commissievergadering geconstateerd is. De Partij voor de Dieren dient dan ook, samen met GrienLinks en D66 een motie in waarin het college wordt verzocht om nadere kaders en criteria te stellen en, voor zover mogelijk, aan te sluiten bij de kaders van de provincie Groningen.

Ook zijn we mede opsteller van de motie van GrienLinks om te willen stoppen met afschot van katten in Fryslân en te kiezen voor de beschikbare diervriendelijke alternatieven. Fryslân is de enige provincie waar nog afschot van zwerfkatten is toegestaan. Alle andere provincies zijn inmiddels over gegaan naar diervriendelijke maatregelen.

Daarnaast dienen we de motie van GrienLinks betreffende preventie en soortenbeheer op de eerste plaats en kennis van biologische bedrijfsvoering bij B12 mee in. En ook zijn we mede indiener van de motie van de SP “Openbaar is openbaar.”

Voorzitter, dan wil ik tot slot nog ingaan op enkele punten vanuit de inspraakreacties op deze nota.

Afschot van dieren is een heikele kwestie waarvan de wet zegt dat dit alleen als allerlaatste optie mag worden uitgevoerd. Dat betekent dat u, in gevallen waarin u dat overweegt, dat goed moet kunnen onderbouwen. Ook moet er een heldere en duidelijke procedure van bezwaar- en beroep mogelijk zijn voor inwoners en belanghebbenden bij de voornemens tot de uitvoering van faunabeheerplannen. De insprekers op de voornemens van de faunabeheerplannen voor damherten en de reeën op Terschelling hebben u daar ook om gevraagd. Als Partij voor de Dieren zullen wij u daar vanuit onze verantwoordelijkheid op controleren. Wij hebben gelezen dat er bij de komende behandeling van de Kadernota een voorstel van het college komt om extra geld toe te wijzen aan de Faunabeheereenheid. Bent u bereid om bij dat voorstel ook te verhelderen hoe het formele inspraakgedeelte wordt of is geregeld?

Interessant voor jou

Inbreng bij Veenweidevisie

Lees verder

Inbreng bij RES 1.0

Lees verder