Staten­fractie Partij voor de Dieren Fryslân stelt vragen over scha­de­ver­goeding aan scha­pen­houders bij wolven­aan­vallen

Wolven staan weer in het middelpunt van de belangstelling, vooral nu ook binnen de Europese context stemmen opgaan om de beschermde status van de wolf in Europa te verlagen, van “strikt beschermd” naar “beschermd”. De Statenfractie van de Partij voor de Dieren wil van het College van Gedeputeerde Staten weten hoe schade door wolven wordt afgehandeld, en welke maatregelen schapenhouders zelf nemen om hun dieren te beschermen.

De fractie benadrukt het belang van een gedegen discussie over dit thema en heeft daarom een aantal schriftelijke vragen voorgelegd aan het College van Gedeputeerde Staten. Statenlid Menno Brouwer: “Centraal staat de vraag in hoeverre bij de afhandeling van schadeclaims rekening is gehouden met de genomen preventieve maatregelen door schapenhouders, zoals het plaatsen van wolfwerende hekken”.

Kernpunten van de vragen:

• Artikel 1.6 Besluit houders van dieren: Volgens dit besluit zijn houders van dieren verplicht om hun dieren te beschermen tegen roofdieren, waaronder de wolf. De fractie wijst erop dat wolfwerende hekken een effectieve manier kunnen zijn om aanvallen van wolven te voorkomen. Een schapenhouder die nalaat dergelijke maatregelen te treffen, handelt feitelijk in strijd met de wet.
• Artikel 6.1 Wet Natuurbescherming: Deze wet voorziet in een vergoeding voor schade veroorzaakt door wolven. Op grond van dit artikel kan een vergoeding alleen worden toegekend als de schade niet voorkomen had kunnen worden. Indien een schapenhouder nalaat om wolfwerende maatregelen te nemen, behoort de schade naar de mening van de Partij voor de Dieren voor rekening van de schapenhouder zelf te komen.
• Beleidsregels tegemoetkoming faunaschade: In de beleidsregels van de wet Natuurbescherming staat dat grondgebruikers alles in het werk moeten stellen om schade te voorkomen. Pas wanneer preventieve maatregelen tekortschieten, kan er sprake zijn van schadevergoeding.

Op basis van deze uitgangspunten wil de fractie van het College weten welke vergoedingen voor welke bedragen in Fryslân zijn toegekend voor schade door wolven, welke wettelijke grondslag aan deze vergoedingen gekoppeld is, of de betreffende schapenhouders wolfwerende maatregelen getroffen hebben en in hoeveel gevallen een vergoeding is toegekend zonder dat er preventieve maatregelen genomen zijn.

Onze fractie acht het van belang om op deze manier bij te dragen aan een transparante en feitelijke discussie over het omgaan met schade door wolven, waarbij zowel de bescherming van de dieren als de belangen van schapenhouders op een verantwoorde manier worden afgewogen.